17 Hij stak Zijn hand uit van omhoog, Hij greep mij,
Hij trok mij op uit grote wateren.
18 Hij redde mij van mijn sterke vijand
en van wie mij haatten, omdat zij machtiger waren dan ik.
19 Zij hadden mij bedreigd op de dag van mijn ondergang,
maar de HEERE was mij tot steun.
20 Hij leidde mij uit in de ruimte, Hij redde mij,
want Hij was mij genegen. (Psalm 18:17-20)
Het is heel belangrijk hoe wij in het leven staan. Voor veel mensen gaat het leven gewoon met een sneltreinvaart aan hen voorbij. Ze doen maar wat met hun leven en zien wel waar het schip strand. Voor een christen hoort dat niet zo te zijn, wij moeten heel bewust met het leven bezig zijn. En dan gaat het niet om bewust eten of het milieu, maar bewust zijn van onze levenswandel. Wat doen wij met ons leven?
Het leven van David is heel duidelijk, hij wandelt aan de hand van God. En ook dat kunnen we alleen doen als we het bewust doen. We kunnen niet lichtvaardig over het leven doen en dan verwachten dat we ook wandelen met God. We leven hier in een strijd om onze aandacht, overal wordt er aan getrokken en als we daar niet bewust mee omgaan dan zal al die aandacht naar de verkeerde kant gaan.
En dat kunnen we halen uit deze verzen. De ervaring die David hier heeft is intiem met God. Daar waar andere mensen die meer macht schijnen te hebben hem aanvallen is het God die hem bij de hand pakt. Daar waar het water hem aan de lippen stond is het God die hem daar uit optrok. God leidde hem, God redde hem.
Het is God voor en het is God na, het is altijd God. Voor David is er geen andere weg, geen pad waarmee je even kunt afsnijden, voor hem is het altijd God. En dat kunnen we alleen doen als we er bewust mee bezig zijn. Bewust Zijn hand vastpakken, bewust er voor kiezen om niet even af te wijken van de smalle weg.