3 Aanzienlijken, hoelang zult u mijn eer te schande maken?
Hoelang zult u het lege liefhebben, de leugen zoeken? Sela
4 Weet toch: de HEERE heeft Zich een gunsteling afgezonderd;
de HEERE hoort als ik tot Hem roep.
5 Wees ontzet, maar zondig niet;
spreek in uw hart wanneer u op uw slaapplaats ligt, en wees stil. Sela
6 Breng offers van gerechtigheid
en vertrouw op de HEERE. (Psalm 4:3-6)
Zoveel christenen, zoveel meningen. Ieder heeft weer zo zijn eigen mening over wat de bijbel bedoeld en waar God mee bezig is. En daarom is er onenigheid tussen christenen en soms loopt die onenigheid uit op splitsingen. En zo gebeurde dat ook bij David, mensen die het er niet mee eens waren. Ze konden David niet uitstaan, ze waren het er niet mee eens dat hij de koning was en ze maakten hem daarom te schande.
Maar David staat sterk in zijn vertrouwen op God, hij weet dat hij de gezalfde is, hij weet dat de Heere antwoordt als hij tot Hem roept. En daar kan geen mens tussen komen en daarom moeten ze stoppen met de werken die ze tegen hem doen. Daarom roept hij de mensen op om niet te zondigen in hun afwijzing naar hem, hij wil geen steen des aanstoots zijn in hun leven.
Vaak schieten wij in de verdediging als we worden aangevallen op onze overtuigingen. Soms wensen we die andere mensen zelfs erge dingen toe. We voelen ons emotioneel pijn gedaan en we willen tenminste excuses horen. Maar dat is niet wat David hier doet, David is zichzelf niet aan het verdedigen. De enige zelfverdediging die David hier opvoert is de verdediging dat God hem heeft uitgekozen en je met God te maken krijgt als je hem aanvalt, hij kan er niets aan doen.
En dat is de enige juiste weg. Wij worden niet aangevallen, het is God die wordt aangevallen. Wij hoeven onszelf niet te verdedigen, wij hoeven geen excuses te eisen, als God voor ons is kan er niemand tegen ons zijn. En David is er van overtuigd dat hij de gezalfde is en dat hij het werk doet dat God van hem verlangt. En daarom roept hij mensen op om niet tegen hem tekeer te gaan.
Zijn oproep is daarom dat de mensen God zoeken. Ze mogen het er zelfs niet mee eens zijn dat hij koning is, maar breng dat dan voor God. Blijf volharden in het brengen offeranden, blijf volharden in het zoeken van Gods aangezicht. Maar laat je boosheid naar mij vooral niet die relatie in de weg staan. Wat een heerlijke oproep van David, wat een heilig verlangen. Als wij ruzie hebben laat dit dan het verlangen zijn. Laten wij het verlangen hebben dat de ander dicht bij God blijft en een rechtvaardig leven blijft hebben.