1 Welnu, omdat Christus voor ons in het vlees geleden heeft, moet ook u zich wapenen met dezelfde gedachte: wie in het vlees geleden heeft, is opgehouden met het dienen van de zonde, 2 om nu, in de tijd die ons nog overblijft in het vlees, niet meer naar de begeerten van mensen, maar naar de wil van God te leven. 3 Want wij hebben de voorgaande tijd van ons leven lang genoeg de wil van de heidenen gedaan en gewandeld in uitingen van losbandigheid, begeerten, dronkenschap, zwelgpartijen, drinkgelagen en allerlei walgelijke afgoderij. (1 Petrus 4:1-3)
Als we in de spiegel kijken zien we een homp vlees. En we moeten ons realiseren dat wat we zien ook niet meer is dan dat. En Jezus wist dat ook, hoezeer zijn zenuwen ook signalen gaven over de pijn die Hij leed, het is een homp vlees. En in dat vlees heeft Hij geleden voor ons, Hij heeft onze zonden gedragen.
Wij moeten onszelf wapenen met deze gedachte, want als we weten dat we gestorven zijn aan het vlees dan stoppen we ook met het dienen van de zonde. Sommige mensen vertalen dit vlees als onze zondige natuur, alsof we nog ergens een persoonlijkheid in ons hebben die bepaald wat ons lichaam moet doen. Maar dat is niet het vlees waar Jezus in geleden heeft, Jezus was mens geworden net als jij en ik met een kloppend hart en gierende zenuwen. En daar was Hij in gestorven.
Jezus liet zien dat het lichaam niet de baas is over onze geest, Hij liet zien dat het lichaam maar tijdelijk is, maar ons geestelijk leven het eeuwige leven is. Want het is het vlees dat verlangt naar de zonden, maar het is onze geest die verlangt naar het leven in de wil van God. Want als we zouden blijven luisteren naar ons vlees belanden we in dezelfde wandel als de heidenen, maar als we luisteren naar de Heilige Geest in ons dan wandelen we in de wil van de Vader.
Jezus heeft het laten zien, Hij is gestorven aan het vlees. En Hij roept ons op om met Hem te sterven aan het vlees en het niet langer het doel van ons leven te maken. Niet langer zijn het de verlangens van het vlees die bepalen wat wij doen, maar de verlangens van de geest die onze stappen bepalen.
De zondige natuur is niet zo diep en heftig, het is heel simpel. Het zijn de emotionele verlangens die in ons branden. De verlangens tot overspel, de verlangens tot losbandigheid en ga zo maar door. En daar moeten wij aan sterven, we moeten het overgeven aan het kruis. Wij dienen de zonde niet meer, wij dienen het leven in Jezus Christus