Levende steen

1 Petrus 2

4 en kom naar Hem toe als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar, 5 dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. (1 Petrus 2:4-5)

Bij een levende steen moeten we niet denken aan een cartoon van een steen met daaruit wat armpjes en beentjes. Als we naar Jezus toe moeten komen als naar een levende steen dan moeten we denken aan die hoeksteen. De hoeksteen van het geestelijke gebouw waar God wil wonen. Dit gaat even dieper dan een mooie preek over het kruis of over een mooi wonder van Jezus.

Als we kijken naar het oude testament hadden de joden een plek waar God heel duidelijk aanwezig was. Als we kijken naar het moment dat Salomo de tempel inwijdt dan laat God zien dat Zijn aanwezigheid de tempel heilig maakt. En nu is het aan ons de beurt om zo’n plek te creëren waar God aanwezig kan zijn.

Dus als we naar Jezus komen als naar een levende steen dan komen we met een verlangen om ook onderdeel te zijn van dat levende gebouw waar God aanwezig is. Jezus is de hoeksteen, Hij is fundament, maar wij zijn de stenen die op dat fundament verder bouwen aan dit geestelijk huis.

Een huis dat niet bestaat uit stenen, maar uit mensen die Jezus volgen. Mensen die hun leven geestelijk offeren aan God, mensen die God willen dienen en aanbidden in Zijn heiligheid. Dit is de honger die in ons moet leven, een diep verlangen om God een plek te geven in ons leven. Een plek waarin we Zijn goedertierenheid zullen ervaren. Want waar God aanwezig is zullen mensen Hem ervaren.

Dit gaat dieper dan de verlossing van de zonden, dit gaat dieper dan de doop of een belijdenis. Dit gaat over ons leven dat wij volledig openstellen voor de aanwezigheid van God. Dit gaat verder dan kennis van theologie, dit gaat over een leven dat onderdeel wil zijn van iets groters en daarbij zichzelf opoffert als een offer welgevallig in Jezus. Is dit een verlangen dat leeft in ons?

This entry was posted in 60 1 Petrus. Bookmark the permalink.