17 En als u Hem als Vader aanroept Die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandel dan in de vreze des Heeren, gedurende de tijd van uw vreemdelingschap, 18 in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, 19 maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam. (1 Petrus 1:17-19)
Als het begin van vers 17 niet van toepassing is op ons dan hoeven we de rest van de verzen ook niet te lezen. Maar de vraag is of dit alleen weggelegd is voor speciale christenen? We moeten weten dat God niets liever heeft dan dat wij Hem onze Vader noemen. Sterker nog, Hij wil niets liever dan onze Vader zijn.
Nu is het bidden van het Onze Vader niet hetzelfde als wat Petrus hier schrijft. Wat Petrus hier bedoeld is diegene die Hem werkelijk zien als Onze Vader, dus ook zich werkelijk een kind van Hem mogen weten. En dat mogen we weten, daar zijn geen speciale eisen voor. Als wij Hem accepteren in ons leven als Onze Vader, zijn wij Zijn kinderen. Wij zijn dan geadopteerd in Zijn gezin.
Daarom moeten we doorlezen, daarom moeten we er vertrouwen in hebben dat Hij onze Vader is. We zijn vrijgekocht, daar ligt ons vertrouwen. Als jij God niet je Vader kunt noemen dan moet dat veranderen, Hij heeft je vrijgekocht, Hij heeft er voor gekozen om jou in Zijn armen te sluiten. Noem Hem je Vader omdat Hij je Vader is.
En als wij weten dat we Zijn kinderen zijn dan wandelen we in de vreze des Heeren. Met andere woorden, als we Zijn kinderen zijn dan doen we ook wat onze Vader van ons verlangt. We zijn namelijk kinderen gekocht door het bloed van Christus. We zijn niet zomaar kinderen, we zijn vrijgekocht door de liefde van de Vader.
De keuze is aan ons, is Hij onze Vader? Willen wij werkelijk Zijn kinderen zijn?