14 Blijft u echter bij wat u geleerd hebt en waarvan u verzekerd bent, omdat u weet van wie u het geleerd hebt, 15 en u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. 16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, 17 opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust. (2 Timotheus 3:14-17)
Het opmerkelijke hier is de nadruk die Paulus legt op de heilige Schriften. Het evangelie staat bij ons in het nieuwe testament, waarvan deze brief een onderdeel is, maar het evangelie staat niet in het oude testament. Waarom is het oude testament dan nog steeds zo belangrijk voor Paulus?
Voor Paulus zijn de heilige Schriften nog steeds te gebruiken voor het onderwijs, voor corrigeren van het leven, voor het opvoeden in rechtvaardigheid. En dat zijn geen kleine ingrepen, dat is een van de hoofd onderdelen van ons geloof. Waarom grijpt Paulus dan terug op het oude testament, de geschriften die nog vallen onder de wetten van Mozes?
Dat heeft te maken met het feit dat God altijd dezelfde is gebleven. De God van het oude testament is precies dezelfde God als het nieuwe testament. En ook Jezus heeft het er over dat er geen komma van de wet zal verdwijnen ondanks het kruis. De woorden van het oude testament zijn net zo het hart van God als de woorden van het nieuwe testament. Het verlangen van God druipt van elke pagina in de bijbel.
En dat is wat Paulus zag en wij ook moeten zien in de bijbel. We kunnen wel zweren bij de bijbel en het zo hoog in het vaandel zetten, maar als we het niet gaan toepassen op ons eigen leven heeft de bijbel geen kracht. We moeten woorden proeven en in ons leven laten rondgaan als een lied dat we niet meer uit ons hoofd kunnen krijgen.
Want als we zo de bijbel gaan lezen dan maakt het van ons mensen die God toebehoren, volmaakt, tot elke goede werken volkomen toegerust.