6 Als u de broeders deze dingen voorhoudt, zult u een goed dienaar van Jezus Christus zijn, gevoed door de woorden van het geloof en door de goede leer, die u nagevolgd hebt. 7 Maar verwerp de onheilige en onzinnige verzinsels en oefen uzelf in de godsvrucht. (1 Timotheus 4:6-7)
We zien dat het onderwijs van Paulus dat aan de gemeente doorgegeven moet worden komt uit het evangelie. De bron zijn de woorden van het geloof, het goede onderwijs. Paulus heeft het hier over de geestelijke openbaring die God heeft gegeven in Zijn Zoon. Het is Gods hart geopenbaard aan de mensen en die dingen houdt Paulus Timotheus voor.
Elke andere openbaring is onheilig en zijn onzinnige verzinsels. Net als beschreven in het bijbelboek Openbaring, we mogen er niets aan toevoegen en niets aan afdoen. En dat geldt voor elk woord van God. En als we op zo’n manier leren kijken naar het evangelie dat wij hebben ontvangen dan zullen we er veel voorzichtiger mee zijn.
En die voorzichtigheid uit zich niet in het nog beter bestuderen van het Hebreeuws en Grieks, maar het aandachtiger luisteren naar de Heilige Geest. Voorbereidingen voor onderwijs bestaan dan voor meer dan de helft uit een positie zoals Maria die had, aan de voeten van Jezus. Zo gauw wij onze hersens gaan gebruiken is de kans groot op verzinsels, onheilige woorden die heel mooi klinken, maar niet hun bron hebben in de Heilige Geest.
We kunnen hier een hele mooie balans zien in het geestelijk onderwijs. Want het onderwijs dat Paulus heeft gegeven moet in evenwicht gebracht worden door een verlangen naar een godvruchtig leven. Zoeken naar het verlangen voor God voor ons dagelijks leven. Want als we ons daar op gericht houden hoeven we niet bang te zijn dan we afglijden naar onzinnige verzinsels.
Ons doel blijft dan het lief hebben van God, het horen naar Zijn stem. Onderwijs is dan een spreekbuis zijn voor wat God wil vertellen. En alleen dat is de juiste positie van een leraar die andere mensen onderwijst in het geloof.