33 En toen het dag begon te worden, spoorde Paulus hen allen aan om voedsel tot zich te nemen en hij zei: Het is vandaag de veertiende dag dat u blijft afwachten zonder te eten en zonder iets tot u te nemen. 34 Daarom spoor ik u aan voedsel tot u te nemen, want dat dient tot uw redding; want bij niemand van u zal een haar van het hoofd vallen. 35 En toen hij dit gezegd had en brood genomen had, dankte hij God in aanwezigheid van allen, en na het gebroken te hebben begon hij te eten. 36 En zij vatten allen moed en namen ook zelf voedsel tot zich. 37 Wij waren nu in het schip met in totaal tweehonderdzesenzeventig zielen. 38 En toen zij allen met voedsel verzadigd waren, maakten zij het schip lichter door het koren in zee te werpen. (Handelingen 27:33-38)
Wie is nu de werkelijke kapitein op de boot? We zien het effect dat Paulus heeft op al die mensen en dat effect wordt alleen nog maar groter. Het probleem is dat wij onszelf zo distantiëren van dit verhaal en deze meneer. Op de een of andere manier is dit in een christelijke trofee kast terechtgekomen onder het mom van de goede oude tijd waar dit soort dingen nog gebeurde.
Jakobus is in zijn brief daarover heel duidelijk, er is geen onderscheid tussen een Elia en de volgelingen van Jezus. Als wij rechtvaardig wandelen in de kracht van God is ons gebed net zo krachtig als dat van Elia. En dat wij Elia dan op een voetstuk zetten heeft niets met de bijbel te maken, dat is onze eigen onzekerheid.
En zo moeten we ook naar dit verhaal van Paulus kijken. In de eerste plaats is hij een kind van God, geadopteerd in Jezus. En God is in de eerste plaats ook op deze manier geïnteresseerd in Paulus. De liefde die God heeft voor Paulus staat ver boven alles wat Paulus aan het doen is voor God. De wonderen die God hier doet door/voor Paulus zijn dus in de eerste plaats niet om al het werk dat Paulus aan het doen is, maar om Zijn liefde voor Paulus.
Wij hebben dit onderweg verloren, wij hebben niet langer deze houding in het leven. We zijn bang geworden, hebben excuses verzonnen om vooral maar niet in een storm terecht te komen waar we dit vertrouwen moeten laten zien. En als we dan wel in een storm terecht komen verzinnen we weer andere theologie die ons beschermt voor de spanning van gebed.
Soms moeten we net als Petrus even uit de boot stappen en onze voeten nat maken. Het is een reis die we mogen maken samen met onze Vader. Het maakt niet uit of we het werk doen van Paulus of iets anders, het gaat er om dat we wandelen in vertrouwen op onze Schepper. Want dan zullen we Zijn hand zien in ons leven.