Ik doe toch niet zo slecht

Lukas 13

1 Er waren juist op dat tijdstip enigen bij Hem, die Hem berichtten over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met hun offers vermengd had. 2 En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat zij zulke dingen geleden hebben? 3 Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. 4 Of die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? 5 Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. (Lukas 13:1-5)

Jezus legt hier één van de diepst gewortelde leugen van satan in onze mensheid bloot. De gedachte dat wij helemaal niet zo slecht zijn. Dat alles wel goed komt, dat er ooit een betere wereld komt. Dat wij mensen er echt nog wel wat moois van kunnen maken, want zo slecht zitten wij toch niet in elkaar.

En de leugen werkt als volgt. Kijk naar andere mensen, vergelijk het slechte in hen met het goede in jou. Het komt wel goed met jou. De nadruk wordt daarin gelegd op het slechte in de ander. Vandaar dat er ook zo’n verbroedering ontstaat op het moment dat wij gezamenlijk iets slechts overkomen.

Het zit in ons hele systeem. En als er iemand wel erg goed is dan moeten we die heilig verklaren, lintjes uitdelen, standbeelden neerzetten of scholen naar hen vernoemen. Denk aan een Calvijn, in onze hoofden zijn dat soort mensen heilig verklaard. We zetten ze op zo’n voetstuk zodat niemand er bij kan komen en wij onszelf dus ook niet hoeven te vergelijken met deze mensen.

Maar zo werkt het niet, niemand staat op een voetstuk als we ons moeten verantwoorden voor ons leven voor de troon van God. Niemand zal zichzelf kunnen vergelijken met een ander op het moment dat God van ons verantwoording verlangt. En dat moeten we ons realiseren, dat is de boodschap van Jezus hier aan deze mensen die andere voorbeelden er bij willen halen.

Want ook als christen hebben wij het gevoel dat wij wel goed genoeg christen zijn om naar de hemel te gaan. Maar zo werkt het niet, wij moeten weten wat Gods verlangen is voor ons leven, niet de ander, en daar moeten wij ons naar toe bekeren.

Wij erkennen met gemak dat wij zondige mensen zijn en dat we daar toch niets aan kunnen doen, maar we vinden wel dat we goed genoeg zijn om naar de hemel te gaan. Dat is precies dezelfde leugen. Het gaat om jouw leven en Gods verlangen en niets anders. En wij moeten onszelf zo bekeren, niet dat we voldoen aan de standaard in jouw gemeente, maar dat we voldoen aan Gods verlangen voor jouw persoonlijke leven.

 

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.