1 En het gebeurde, toen Hij ergens aan het bidden was, dat een van Zijn discipelen tegen Hem zei, toen Hij ophield: Heere, leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft. 2 Hij zei tegen hen: Wanneer u bidt, zeg dan: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel, zo ook op de aarde. 3 Geef ons elke dag ons dagelijks brood. 4 En vergeef ons onze zonden, want ook wij vergeven aan iedereen die ons iets schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. (Lukas 11:1-4)
Zoals in de vorige overdenking uitgelegd is, is het vragen om vergeving een bewustzijn van het leven uit Gods genade. We kunnen dit gebed niet als een aflaat gebruiken, we hebben het gebeden dus zijn we vergeven. God kijkt wel degelijk naar ons hart, willen wij werkelijk vergeven worden. Anders gezegd, willen wij werkelijk verlost zijn van die zonden en er dus niet mee door blijven gaan. Als we gewoon doorgaan met onze zonden en denken dat Zijn genade wel genoeg is, dan begrijpen we niet waarom Jezus ons leert om te bidden voor vergeving.
Maar er is ook een andere voorwaarde voor onze vergeving. En misschien lijkt het alsof het woord ‘voorwaarde’ helemaal niets te maken heeft met Gods genade, maar God is ook rechtvaardig. En de voorwaarde is dat wij ook bidden dat wij iedereen om ons heen hebben vergeven. Wij kunnen niet vragen om vergeving zolang wij nog wrok hebben in ons hart tegenover andere mensen.
Jezus begint dit gebed niet voor niets met ‘Onze’. De Vader is de Schepper van ons allemaal en de manier waarop Hij naar ons kijkt heeft te maken met ons allemaal. Hij ziet ons als onderdeel van Zijn hele schepping. En op het moment dat wij in onmin leven met een gedeelte van Zijn schepping zal Hij altijd rechtvaardig blijven. Zijn genade heeft wel degelijk voorwaarden, maar we hoeven niet te werken voor die genade.
Hoe kunnen wij in Zijn genade leven als we zelf niet genadig zijn naar anderen? De bitterheid en de boosheid naar andere mensen zal altijd tussen God en ons in blijven staan. Zolang dat in ons leeft zullen wij niet dit gebed kunnen bidden. Wij zullen God niet om vergeving kunnen vragen omdat we niet oprecht kunnen bidden: ‘zoals wij ook vergeven hebben die ons iets aangedaan hebben.’
Gods genade is groot en we hoeven er niet voor te werken om het te verdienen. Het enige is dat we nederig voor Hem komen met een leeg hart om Zijn genade te kunnen ontvangen. We moeten alles loslaten, de boosheid, de bitterheid, zonden, alles en dan kunnen we voor Gods troon komen en Zijn vergeving ontvangen voor ons leven.
Dit gebed bestaat uit twee gedeelten, het één kan niet zonder het andere. Laten we het gebed dat Jezus ons leert, oprecht bidden. Als wij vergeven, worden wij vergeven.