13 Is dan het goede de oorzaak van mijn dood geworden? Volstrekt niet! Maar de zonde heeft – opdat zij als zonde zichtbaar zou worden – door het goede voor mij de dood teweeggebracht, opdat door het gebod de zonde uitermate zondig zou blijken te zijn. 14 Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. 15 Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik. 16 En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is. (Romeinen 7:13-16)
Vers 15 is een vers dat vaak wordt gebruikt als een excuus voor zonden. Maar na de opbouw van Paulus vanaf hoofdstuk 1 zien we de werkelijke betekenis van deze verzen. Dit is niet het probleem van een christen, dit is het probleem van iemand die in het vlees wandelt. Ook al wil men graag het goede doen, men kan het niet, want het vlees wil het niet toestaan. Het vlees is in en in slecht.
Paulus wil nog even duidelijk maken dat niet de wet de oorzaak is van de dood. Het is de zonde die de oorzaak is van de dood. De wet heeft het alleen duidelijker gemaakt, het heeft de werkelijke bron geopenbaard. De wet is namelijk geestelijk van oorsprong, maar wij zijn vleselijk, overgegeven aan de zonde. En daar ligt te kern van het probleem, het geestelijke en het vleselijke.
En daar komt het gevecht vandaan in ons leven. En Paulus beschrijft het zo simpel en tegelijk zo doortastend. Wij doen wat wij niet willen doen. Wij zijn slaven die tegen onze zin in dingen doen die dodelijk zijn. Ook al willen we het zo graag we kunnen het niet zolang het vlees leeft in ons.
De vraag is dan natuurlijk hoe kan dit zo herkenbaar zijn in ons leven. Is dit niet de strijd van een christen die Paulus hier beschrijft. Want wij willen zo graag rechtvaardig zijn voor God, maar het lijkt gewoon niet te lukken. Maar het is niet de strijd van een christen die Paulus hier beschrijft het is de strijd van een mens die naar het vlees wandelt en geestelijk wil leven.
En zo moeten wij deze strijd zien en niet anders. We mogen deze verzen nooit als een excuus gebruiken en dat zal duidelijker worden in hoofdstuk 8 waar Paulus de oplossing voor dit probleem beschrijft. Deze strijd is er alleen als we met het vlees doorgaan en zo moeten we het probleem ook aanpakken. Zolang wij niet dood zijn voor het vlees zal deze strijd er altijd zijn in ons leven.
Het is geen strijd van een christen het is een strijd van de mens die aan de ene kant geestelijk wil leven en aan de andere kant niet aan het vlees wil sterven. Want zolang het vlees in ons leven regeert zullen we deze strijd ervaren. Want het vlees zal nooit het goede kunnen doen. En dat moeten we accepteren.