Een schuld hebben

Romeinen 1

13 Maar ik wil niet dat u er geen weet van hebt, broeders, dat ik dikwijls het voornemen had naar u toe te komen om ook onder u enige vrucht te hebben, zoals ook onder de andere heidenen. Tot nu toe was ik echter verhinderd. 14 Ik sta in de schuld bij Grieken en niet-Grieken, bij wijzen en onverstandigen. 15 Zo is wat in mij is, gewillig om ook u die in Rome bent, het Evangelie te verkondigen. (Romeinen 1:13-15)

Waar vinden we vandaag de dag nog deze motivatie en gedrevenheid voor het werk van God. Paulus was persoonlijk geroepen door Jezus. Jezus heeft hem persoonlijk deze verantwoording gegeven om het evangelie ook aan de mensen buiten Israël te verkondigen. En Paulus heeft dat met beide armen omarmt en is er mee aan de slag gegaan zoals het eigenlijk bij elke christen hoort te zijn.

Het verlangen, de gedrevenheid, één doel voor ogen en dat is het evangelie overal verkondigen in deze wereld. Vers 14 is zoveel sprekend. Wij kunnen het evangelie in afgelegen gebieden verkondigen alsof de mensen zich gelukkig moeten prijzen dat wij het hen even komen vertellen. Maar voor Paulus is het omgedraaid. Hij heeft een schuld aan de Grieken en de niet-Grieken, het is zijn roeping, zijn verantwoording om dit werk te doen.

En zo hebben wij ook een schuld om dit evangelie te verkondigen waar wij ook maar zijn. Wij staan in het krijt tegenover onze collega’s en vrienden. Wij hebben iets ontvangen van de God van hemel en aarde dat we mogen uitdelen.

Hoe komt het dat wij zo anders denken? Hoe komt het dat ons leven niet langer meer in het teken staat van het evangelie van Jezus? Waarom hebben wij niet zo’n passie als Paulus heeft om vrucht te dragen in deze wereld?

Vers 15. Alles in Paulus is gewillig. Er is een verlangen, er is een wil en zo simpel is het. Als er een wil is, is er een weg. En zo moet het ook in ons leven zijn. Wij moeten ons verlangen en onze wil aanpassen aan Gods verlangen en wil en niet andersom. En hoe we dit laatste ook zullen beamen met onze vroomheid, beamen we het ook in onze daden?

Wij hebben een redding ontvangen, wij zijn verlost van de dood. En als we ons dat realiseren, dat onze toekomst er heel anders uit had gezien als we Jezus niet hadden toegelaten in ons leven, dan moet er een wil in ons hart leven om alles te geven aan Hem die waardig is. Paulus was gered en geroepen en gaf zich daaraan helemaal over. Laten wij onszelf ook daar helemaal aan overgeven, want wij zijn net zoveel gered als Paulus.

This entry was posted in 45 Romeinen. Bookmark the permalink.