Geestelijke gaven

Romeinen 1

9 Want God, Die ik in mijn geest dien in het Evangelie van Zijn Zoon, is mijn Getuige, hoe ik zonder ophouden aan u denk. 10 Steeds weer vraag ik in mijn gebeden of mij, zo mogelijk, door de wil van God eens een goede gelegenheid geboden zal worden om naar u toe te komen. 11 Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, 12 dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij. (Romeinen 1:9-12)

In onze tijd en cultuur zou het erg arrogant overkomen als iemand zichzelf zo aan het verkopen is. We kunnen het ons nog wel een beetje voorstellen als dit in Amerika zo gebeurt, maar toch vinden we dat erg raar. We zijn een nuchter volk en daar hoort niet bij dat we onszelf zo profileren, zeker niet op geestelijk gebied, want dat is erg arrogant. Nu is Paulus wel een uitzondering, hij is een apostel.

Helaas zullen velen van ons zich herkennen in de gedachte hiervoor beschreven. We hemelen Paulus op als een bijzondere knecht van God maar elk ander wordt keihard neergehaald. Maar als ik deze verzen lees die Paulus heeft geschreven dan doet het heel veel met mij. Want hier zie ik een man die niet langer denkt aan de wereld en het succes, deze man denkt alleen nog maar in het koninkrijk van God. En in het koninkrijk van God zijn er andere regels.

Ik zie een vurig verlangen in Paulus om als christenen samen te zijn en elkaar te bemoedigen en geestelijk op te bouwen. Paulus ziet zijn geestelijke gaven die hij heeft ontvangen ook helemaal niet als gaven om trots op te zijn, het is een gaven voor de gemeente van Christus en daar wil hij hem voor gebruiken.

Op het moment dat Paulus zichzelf zo aanprijst is dat een vurig verlangen om de geestelijk gaven die Paulus heeft ontvangen van Jezus ook te gebruiken in de gemeente van Rome. Hij wil ook samen met hen zijn om te groeien in het geloof. En dit is een hele andere kijk op de geestelijke gaven. We hoeven niet met argwaan te kijken naar mensen die in de geestelijke gaven wandelen, ze zijn er om ons op te bouwen en niet om een status aan te geven in het lichaam van Christus. Iedereen is gelijk.

Deze leugen van onze cultuur heeft ons afgehouden van het opbouwen van het lichaam van Christus. We moeten juist samen komen en elkaar bemoedigen en sterken in het geloof door de geestelijke gaven. Ze zijn er niet voor één iemand ze zijn er voor de hele kerk, om gesterkt worden in ons leven met Christus.

Paulus heeft een verlangen om de kerk van Christus op te bouwen in de kracht van de Heilige Geest. Het is Gods kracht door Paulus die de kerk opbouwt. Daarom hebben we Gods Geest nodig. We kunnen de kerk niet opbouwen in eigen kracht, dat is pas arrogant. Gods Geest moet onze bron, de gaven van God moeten in ons zijn, alleen zo kan de kerk groeien in geloof.

This entry was posted in 45 Romeinen. Bookmark the permalink.