1 Hierna openbaarde Jezus Zich opnieuw aan de discipelen, aan de zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich als volgt: 2 Er waren bijeen Simon Petrus en Thomas, ook Didymus genoemd, en Nathanaël, die uit Kana in Galilea afkomstig was, en de zonen van Zebedeüs, en twee anderen van Zijn discipelen. 3 Simon Petrus zei tegen hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tegen hem: Wij gaan met u mee. Zij gingen naar buiten, en gingen meteen aan boord van het schip; en in die nacht vingen zij niets. 4 En toen het al ochtend geworden was, stond Jezus aan de oever, maar de discipelen wisten niet dat het Jezus was. (Johannes 21:1-4)
Johannes wil nog een verhaal vertellen voordat hij met zijn brief stopt. En natuurlijk is dit verhaal er ook om ons geloof te sterken. Weer een openbaring van Jezus, die Jezus die wijn in water veranderde, die de liefde voor Zijn schapen heeft laten zien.
Na Zijn opstanding was Jezus blijkbaar niet constant met Zijn discipelen. De discipelen waren grotendeels op zichzelf aangewezen. Maar ze zaten in een vacuüm, Jezus was hun doel in het leven geworden en die is er nu niet.
Maar stilzitten kunnen ze blijkbaar ook niet en Petrus neemt dan ook het initiatief om te gaan vissen. Maar tijdens het vissen vangen ze niets. En dat zou eigenlijk wel moeten en zeker in de nacht. Zo gauw het daglicht komt is de kans op een vangst veel kleiner. En als Jezus dan aan de oever staat, herkennen ze hem niet.
Jezus weet elke keer wel de juiste situatie uit te zoeken om Zijn discipelen te onderwijzen. Dit kan geen toeval zijn, maar wel een goede bron om te laten zien dat er maar een God is die alles in de hand heeft. Er gebeurd niets bij toeval, alles is in Zijn handen. Elke situatie wil God aangrijpen om onze hand vast te pakken en mee te nemen in Zijn verlangen.
Niets in ons leven gebeurd zomaar, en als we er met een ander oog naar leren kijken, zullen we Jezus daar zien staan aan de oever. Jezus is altijd met ons bezig, ook met jou.