4 Jezus dan, Die alles wist wat er over Hem komen zou, trad naar voren en zei tegen hen: Wie zoekt u? 5 Zij antwoordden Hem: Jezus de Nazarener. Jezus zei tegen hen: Ik ben het. En Judas, die Hem verraadde, stond ook bij hen. 6 Toen Hij dan tegen hen zei: Ik ben het, deinsden zij terug en vielen op de grond. (Johannes 18:4-6)
Soms willen we alles zo graag onder controle houden. We willen bepalen hoe mensen over ons denken, we willen bepalen hoe men ons behandelt. Maar in het geval van Jezus gaat het heel anders. Zijn controle is niet ons leven bepalen, Zijn controle is Zijn eigen leven bepalen.
Jezus kent de mens, Hij weet wat er in het hart omgaat, maar Hij controleert het niet. Jezus weet wat Hem gaat overkomen en geeft Zich daaraan over, bewust. Maar als teken laat Hij wel zien dat Zijn God met Hem is.
Het teken dat Hij hier doet is niet een arrogant teken, waarmee Hij wil laten zien dat Hij alle macht heeft. Dit is een teken van liefde, waarin Hij wil zeggen mijn Vader heeft alles in de hand.
Wij kunnen met nog zoveel geweld ergens naar toe gaan en denken dat we het wel even doen. Maar uiteindelijk ligt het allemaal in Gods handen. Niet dat Hij bepaalt hoe we denken en wat we doen, maar Hij bepaalt wel hoe ver we kunnen gaan. Hier mocht Judas heel ver gaan, maar alleen omdat het de weg is die Jezus moest gaan.
De discipelen mogen nog meer leren, van wat Jezus hier doet. Ze hoeven niet angstig te zijn, ze mogen vertrouwen op Jezus dat Hij de weg gaat die Hij moet gaan. Hij zou de hemelse legerscharen mogen oproepen tot zijn hulp, maar Hij doet het niet. Jezus gaat gewillig, uit eigen beweging vol van liefde voor ons.