20 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen die door hun woord in Mij zullen geloven, 21 opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt. (Johannes 17:20-21)
Er wordt nog weleens een onderscheidt gemaakt tussen de discipelen (later apostelen) en wij christenen hier en nu. Het lijkt meer bijzonder te zijn om met Jezus hier op aarde te wandelen dan Jezus in ons leven te hebben. Jezus zelf heeft het gezegd, het is beter dat ik wegga en de Heilige Geest stuur dan dat ik hier bij jullie zou blijven.
Als God een onderscheidt maakt, dan komt die onderscheidt er door Hem. Het volk van Israël is door Hem gekozen, Mozes was door Hem gekozen, de profeten zijn door Hem gekozen, de discipelen zijn door Hem gekozen. Onderscheidt zit Hem in de keuze van God, maar niet in onze opvattingen.
Wij kunnen niemand op een sokkel zetten omdat wij dat zo graag willen. God heeft hetzelfde verlangen met iedereen, Hij wil een zijn met iedereen die zich tot Hem richt. Zoals Jezus een is met de Vader zo mogen wij een zijn met elkaar en met God. Wat voor werken wij daarna mogen doen is niet aan ons, maar de basis is voor iedereen hetzelfde.
Het verlangen van Jezus voor een ieder die zich tot Hem keert is dat ze de Vader kennen en van Hem afhankelijk zijn. De keuzes die God daarna maakt over ons leven, zijn Zijn keuzes. Jezus heeft hetzelfde verlangen, dat Hij voor de discipelen had, ook voor ons.
Hier moeten wij ons op richten. Er moeten geen theorieën ontstaan over hoe bijzonder de apostelen waren. Daar gaat het Jezus niet om, het gaat om het verlangen van God dat wij Hem kennen en een met Hem zijn en daarin een zijn met alle mensen die Jezus volgen.