1 En vóór het feest van het Pascha, toen Jezus wist dat Zijn uur gekomen was dat Hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader, heeft Hij de Zijnen, die in de wereld waren en die Hij liefgehad had, liefgehad tot het einde. 2 Toen dan de maaltijd plaatsvond en de duivel Judas Iskariot, de zoon van Simon, al in het hart gegeven had Hem te verraden, 3 stond Jezus, Die wist dat de Vader Hem alle dingen in handen gegeven had en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heenging, 4 op van de maaltijd, legde Zijn kleren af, nam een linnen doek en deed die om Zijn middel. (Johannes 13:1-4)
Wat doen wij als er een Judas in ons leven is?
Begrijpen wij nog Gods leiding in tegenslagen? Zeker in ons land hebben wij ons leven zozeer onder controle, dat als er iets tegen zit we er alles aan doen om dat te stoppen. We laten het er niet bij zitten, het moet zo gaan zoals wij willen dat het gaat. Gods leiding zien we niet meer, of willen we niet meer zien.
Jezus kende het plan van God en wist dat Judas ook bij dat plan hoorde. Ook al ging Judas niet mee in het evangelie van Jezus, toch werd hij geaccepteerd als een van de discipelen. Ik geloof dat Jezus tot het einde toe van Judas heeft gehouden, Jezus heeft ook Judas zijn voeten gewassen.
Wat doen wij als iets tegen zit? Gaan we er tegen vechten of gaan we zoeken naar het plan van God? Soms kunnen we zo gefrustreerd raken door dat wat ons tegen werkt, zelfs in kerkelijk of zendingswerk. En de enige fout die we daarin maken is dat we denken dat het ons werk is, maar het is Gods werk.
God heeft ons leven in Zijn hand, niet Judas. God heeft een plan met ons leven en daar kan niemand wat aan veranderen, ook niet Judas. Als er momenten zijn dat situaties of mensen zich tegen ons keren, moeten we leren vertrouwen op God zoals Jezus Zijn vertrouwen in Zijn Vader heeft.
Ons werk is de voeten te wassen van dat wat ons tegenzit. We moeten in ons leven vertrouwen op God en Hij zal de weg voor ons banen. Hij zal het leven voor ons uitstippelen en niets kan Hem daarin stoppen. Wij moeten alleen maar doorgaan in het liefhebben van Jezus door Hem te volgen in het dienen van iedereen.