6 Deze gelijkenis sprak Jezus tot hen, maar zij begrepen niet wat datgene wat Hij tot hen sprak, betekende. 7 Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de Deur voor de schapen. 8 Allen die vóór Mij gekomen zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd. 9 Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. 10 De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben. (Johannes 10:6-10)
Lees die laatste zin nu eens een paar keer achter elkaar. Wat een belofte geeft Jezus hier, wat een kracht zit er in deze woorden. En hoe sterker wordt die zin als het in contrast staat met de zin er voor.
Als we deze wereld bekijken dan heeft die niet het beste met ons voor. Deze wereld zuigt ons leeg, het wil ons leven kapot maken. Ons leven wordt gedicteerd door het vlees, we moeten altijd onszelf maar bevredigen. Maar daardoor leven we niet echt, we zitten vast in een klein hokje. Wij hebben geen keuzes, we worden geleefd.
Ondanks dat we dit weten, lijken we toch gek en blijven we toch vrienden met deze wereld. Zijn wij vrienden met dat, dat ons wil bestelen, slachten en verloren laten gaan? Zien we nog wel dat de wereld er niet is om ons te helpen?
En dan de volgende vraag: zien we nog wel dat Jezus het beste met ons voor heeft? Hebben we wel door dat Jezus een plan heeft met ons leven, waardoor ons leven vol wordt, waardoor we leven in overvloed hebben?
Laten we onze religieuze woorden eens achterwege laten. We hoeven niet met vrome bijbelstudies te komen over de ‘Ik ben’ uitspraken. We hoeven niet wekelijks naar de kerk te gaan. We moeten die moordenaar eens loslaten, we moeten zoeken naar de weg die Jezus voor ons heeft klaar gemaakt. We moeten ons honderd procent vastbijten in dat wat Jezus voor ons heeft. Aan jou de keuze.