60 Velen dan van Zijn discipelen die dit hoorden, zeiden: Dit woord is hard; wie kan het aanhoren? (Johannes 6:60)
Als je de afgelopen weken hebt mee gelezen met deze overdenkingen over Johannes 6 dan zul je deze uitspraak van de joden zeker begrijpen. Want het is te makkelijk om deze uitspraak alleen in verband te brengen met Jezus die zegt dat de mensen zijn vlees moeten eten en zijn bloed moeten drinken. Maar als we dit nu ook letterlijk nemen dan zouden wij ook voor kannibalen worden uitgemaakt.
Het doel van Jezus was niet om te shockeren, Jezus wilde niet van de mensen afkomen en vertelde daarom maar een extreem verhaal. De discussie tussen de joden en Jezus had wel degelijk vrucht gedragen. Want na de discussie realiseerden de mensen zich dat het leven moest veranderen. Ze realiseerden dat Jezus was gekomen om hun leven te veranderen. Maar voor de meeste mensen was dit te moeilijk.
Als we dit vergelijken met het evangelie dat wij vandaag in de kerk horen dan ligt dat niet zo dicht bij het evangelie dat Jezus wil vertellen. Ons evangelie laat juist ruimte voor onze eigen mening, voor onze eigen wereldse verlangens. Wij proberen een evangelie te vertellen dat niet zo moeilijk is voor de mensen om te accepteren. Vandaag de dag zullen we dit antwoord van vers 60 niet zo snel horen.
Het evangelie is meer dan de liefde van Jezus, het is een smalle poort waardoor wij moeten ingaan om in de liefde van Jezus te leven. We moeten Jezus helemaal accepteren als het offer dat de Vader ons heeft gegeven. Jezus is het offer dat een nieuw leven aan ons geeft, anders dan dat we hebben ontvangen van onze ouders. Jezus is het nieuwe verbond tussen God en de mens waardoor wij moeten in de kracht van God.
Het evangelie dat wij moeten horen/vertellen is het evangelie dat mensen moet afschrikken omdat het te moeilijk is, en andere mensen moet aantrekken en moet veranderen. De kerk moet horen dat we niet langer kunnen spelen met de wereld, maar dat we moeten ingaan in de smalle poort. We moeten Jezus helemaal accepteren (eten).
15 Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. (1 Johannes 2:15)