47 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. 48 Ik ben het Brood des levens. 49 Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven. 50 Dit is het brood dat uit de hemel neerdaalt, opdat de mens daarvan eet en niet sterft. (Johannes 6:47-50)
Naarmate de joden meer en meer om de waarheid proberen heen te draaien wordt Jezus meer en meer direct in Zijn boodschap. Ze willen het gewoon niet accepteren, daarom gaat Jezus nu de waarheid vertellen zonder omhaal. Hij begint Zijn zin met voorwaar, niet dat het voorgaande niet waar is, maar Hij zet kracht bij de directe uitspraak die Hij nu gaat doen, het heeft geen zin om hierover te discussiëren.
Als we vertrouwen op Jezus, hebben we het eeuwige leven. Als we vertrouwen op Jezus en Zijn woorden dan komen we uit bij de echte waarheid. En dan doet Jezus een beroemde uitspraak: ‘Ik ben het brood des levens.’
Om deze uitspraak goed te begrijpen, moeten we het hele hoofdstuk lezen. Om het zomaar af te doen als de gekruisigde Jezus gaan we voorbij aan de betekenis zoals Jezus het bedoeld heeft. Want ook al gaat Jezus zijn kruisiging er ook bij halen, het is meer dan dat.
Jezus deed de wonderbare spijziging, de mensen begonnen Jezus te zoeken omdat ze naar meer van dit brood verlangde. Jezus wees de mensen er op dat ze niet moesten zoeken naar het aardse brood maar juist naar het hemelse brood. Maar de mensen wezen op het manna dat de voorvaderen kregen in de woestijn, God voorzag blijkbaar in dat manna.
En daar reageert Jezus op met deze uitspraak. Ik ben het brood des levens, het manna dat de voorvaderen gegeten hebben, gaf hen niet het eeuwige leven. Maar als we Jezus eten, met andere woorden Hij wordt de bron van de kracht van ons leven, hebben we het echte leven. Door Hem te eten worden we onderdeel van Zijn lichaam hier op aarde en hebben we het eeuwige leven.
De reden waarom ik dit zo wil benadrukken is omdat wij denken dat wij Jezus als het brood des leven hebben geaccepteerd als we Zijn kruis accepteren. Maar Jezus is voor ons het brood des levens omdat Hij de bron is voor ons hele leven. Hij is gekruisigd en opgestaan in een nieuw leven en door dit brood des levens te eten, komen wij ook in dit nieuwe leven terecht. Ons hele leven moet dus veranderen en dat is het punt dat Jezus in dit hoofdstuk wil maken, wij moeten ingaan in het eeuwige leven.
Velen van ons staan op het zelfde punt als de joden, we willen de theologie zo graag accepteren alsof dat onze redding is, maar niet de praktijk van dit brood. Jezus moet het Brood van ons leven worden, we moeten loslaten de dingen in deze wereld en het hele woord van Jezus accepteren. We kunnen zo vroom deze woorden aanhalen, maar als we het niet in ons leven toepassen zijn deze woorden alleen maar theologie.