27 En op dat moment kwamen Zijn discipelen en zij verwonderden zich dat Hij met een vrouw sprak. Toch zei niemand: Wat zoekt U? of: Wat spreekt U met haar? 28 De vrouw nu liet haar waterkruik staan en ging weg naar de stad en zei tegen de mensen: 29 Kom, zie Iemand Die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb; zou Híj niet de Christus zijn? 30 Zij dan gingen de stad uit en kwamen naar Hem toe. (Johannes 4:27-30)
Wij kunnen soms zo trots zijn op onze nuchterheid, dat we nergens meer door worden geraakt. Wij raken niet in extase van de eerste de beste bekende persoon. We raken niet in beroering van een getuigenis in de kerk. We hebben vooral alles onder controlle in ons leven en daar kunnen we geen onverwachte momenten bij gebruiken.
En volgens mij gaat dit zo ver dat het evangelie ons niet eens meer aanraakt. We zijn te goed om bewogen te raken door een God van liefde die om ons geeft en alles van ons weet. We zijn eigenlijk net als de discipelen, we kijken naar gebeurtenissen vanuit ons eigen perspectief. Stilletjes veroordelen we mensen in ons hart omdat het anders is dan wij het zouden doen.
Maar de Samaritaanse vrouw is geraakt door Jezus. Eindelijk heeft Hij tot haar hart kunnen doordringen en zij laat het er niet bij zitten. Wat zij nu doet getuigd van de genezing van haar hart. Ze is geraakt door Jezus en alles waarmee ze haar leven onder controle probeerde te houden laat ze varen. Ze laat haar kruik staan, en spreekt tot de mensen in haar stad. Jezus heeft haar verlost van haar problemen door haar te laten zien dat het leven dat ze had leeg is.
We kunnen soms zo jaloers zijn op mensen die zo sterk zijn geraakt door het evangelie. Van de drugs veranderd door het evangelie in een brandend hart voor God. Velen van ons kunnen het ons niet voorstellen, zo diep zijn we niet gezonken dat God ons daarvan moest bevrijden. Maar waarom moeten we zo diep zinken voor God om ons te bevrijden?
Het leven dat wij nu hebben, moet ook verlost worden net zoveel als een leven in de criminaliteit. Daar ligt ons probleem, wij zijn te goed voor God om ons te redden. Er is bij ons niets om ons van te verlossen. En daar moeten we van verlost worden. We moeten bevrijd worden van een middelmatig christelijk leven. En dan zullen wij ook in vuur en vlam staan voor Jezus die ons heeft gered van de eeuwige dood. Niet langer zijn we meer dood, maar levend. Dat is het evangelie.