De laatste psalm van het bijbelboek psalmen. Een hele simpele psalm die misschien wel als een kinderliedje was geschreven. Maar een psalm die duidelijk oproept tot het prijzen en loven van God.
Allereerst worden we opgeroepen om God te prijzen in Zijn heiligdom. We moeten voor Gods troon komen, we moeten Hem zoeken en Hem daar aanbidden. In het oude testament werd hier natuurlijk de tempel mee bedoeld, maar om die lijn door te trekken naar onze kerk gebouwen gaat veel te ver. Nergens wordt ons verteld dat God verlangt naar gebouwen over de hele aarde die wij kerken noemen.
Juist het nieuwe testament wil een nieuwe weg inslaan, een weg waar Jezus is waar twee of drie mensen samen komen. Wij mogen nu juist vrijmoedig voor de troon van God komen om Hem daar te aanbidden. We zijn een stap vooruit gegaan en mogen nu dicht bij God zijn.
We worden opgeroepen God te loven in Zijn aanwezigheid. Niet in samenkomsten door mensen georganiseerd, niet in samenkomsten met een hoop instrumenten, maar in de eerste plaats in de aanwezigheid van God. En wij mogen in Zijn aanwezigheid komen.
Loven is in de eerste plaats niet zingen maar bij God komen. We kunnen nog zoveel liederen en toch God niet loven. Maar als we in de aanwezigheid van God komen dan kunnen we niets anders dan Hem aanbidden.