Afgoden?

18 En ik stond op het zand bij de zee. (Openbaring 12:18)

De overgang van het ene moment in het andere moment. Vrij abrupt staat Johannes nu bij de zee, want uit de zee zal het volgende beeld komen.

1 En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, en op zijn horens waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. 2 En het beest dat ik zag, leek op een panter, en zijn poten waren als die van een beer, en zijn muil was als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht, zijn troon en grote macht. (Openbaring 13:1,2)

Hoe dit er allemaal uit zal zien weet ik niet, maar dat het er niet goed uit ziet is wel duidelijk. Er zullen wezens komen die de macht nemen waarin ze God willen lasteren. Ze zullen de touwtjes in de wereld in handen willen nemen om zo God een hak te zetten.

Het beest dat uit de zee komt ziet er uit als iemand die op oorlog uit is. Zoals Petrus het al beschrijft, satan is als een leeuw die rond gaat om dat te vinden wat hij kan vernietigen. Het beest ziet er ideaal uit voor satan om zijn kracht, zijn troon en grote macht aan te geven.

3 En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. 4 En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren? (Openbaring 13:3,4)

Hier in India aanbidden veel mensen nog afgoden. Ze maken zelf beelden die ze vereren. In het westen denken we dat we daar te slim voor te zijn en is er weinig gevaar voor afgoden. Maar als je goed leest en bedenkt hoe het beest opereert dan is dit precies de afgod van onze tijd.

Dit beest wordt niet vereerd door beeldjes, dit beest zal de leiding over de aarde nemen en verwonderd zullen mensen hun vertrouwen in hem leggen. En ik zie dat de tijd rijp is voor mensen om het beest te aanbidden. Wij leggen ons vertrouwen niet meer in afgodsbeelden, wij leggen ons vertrouwen in mensen.

In onze tijd gaat het om de mens. De mens wordt geëerd met nobel prijzen of oscars. We kijken met verwondering naar wat de mens allemaal kan doen. En de tijd komt dat we met verwondering naar het beest kijken naar wat hij allemaal voor elkaar krijgt.

Wij hebben nu onze kleine afgoden en geven de eer aan mensen. De perfecte grond voor het beest om de macht in de wereld te nemen. Daarom moeten we zover van het gedachten goed van de wereld blijven. Sterk blijven staan in onze aanbidding van God. Want alleen God is onze aanbidding waardig.

This entry was posted in 66 Openbaring. Bookmark the permalink.