13 En zodra de draak zag dat hij op de aarde was neergeworpen, ging hij de vrouw vervolgen die het mannelijke Kind gebaard had. 14 En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang. (Openbaring 12:13,14)
Als je nog niet wist hoe mooi onze God is dan wil ik vandaag je aandacht richten op Gods goedheid voor Zijn kinderen in een tijd van verdrukking. De draak, satan is naar de aarde geworpen en daar zoekt hij naar iets waarmee hij God dwars kon zitten. En het eerste wat hij vondt was Gods oogappel, Israel.
31 maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden, zij zullen lopen en niet moe worden. (Jesaja 40:31)
De vrouw werd twee vleugels gegeven van een grote arend. Dit beeld doet mij denken aan de belofte van God in Jesaja 40. Als wij het van God verwachten zal Hij onze kracht vernieuwen, wij zullen dan onze vleugels uitslaan en door de wind worden gedragen.
Vertrouwen in God blijkt niet uit onze trouwe kerkgang. Vertrouwen zal blijken als de draak ons vervolgd en wij weten dat God ons vleugels zal geven om te vliegen in Zijn kracht. Israel heeft het moeilijk maar er is altijd een God die vasthoudt aan Zijn beloften die Hij aan Abraham en zijn kinderen heeft gedaan.
Er zal een hoop gebeuren met Israel, maar dat is niet alles. Ook de christenen, het nageslacht dat uit Israel voort komt zal worden vervolgd.
15 En de slang spuwde uit zijn bek water als een rivier, de vrouw achterna, om haar door de rivier te laten meesleuren. 16 Maar de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond en verzwolg de rivier die de draak uit zijn bek had gespuwd. 17 En de draak werd boos op de vrouw, en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God in acht nemen en het getuigenis van Jezus Christus hebben. (Openbaring 12:15-17)
Alles waar God voor staat, daar is satan tegen. Niets mag er overblijven van Gods goedheid en liefde. Maar wat een ongelijke strijd. God is de schepper van hemel en aarde, hoe zal satan alles van deze schepper kunnen laten verdwijnen. Het is God almachtig, Hij die zal blijven vechten en zal vasthouden aan Zijn beloften.
En wij mogen het van deze God verwachten, wij mogen vliegen op de vleugels van een arend. Wij mogen in de kracht van God wandelen en niet struikelen of vallen. Want het is God die voor eeuwig regeert.