Wie zijn wij?

Kolossenzen 1:21-23

21 Eerst was u van hem vervreemd en was u hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind, (Kolossenzen 1:21-23)

Nadat Paulus in een lofzang Jezus heeft uitgelegd, is het nu aan ons om te weten wie wij zijn. In het eerste hoofdstuk heeft Paulus duidelijk gemaakt dat we steeds meer van God moeten leren kennen. Ons hart moet vervuld zijn met Zijn wijsheid. En die wijsheid die wil Paulus maar al te graag met ons delen.

Eens waren we weg van God, we leefde niet uit God en Zijn liefde. Het is zelfs zo dat we in onze gedachten tegen God waren, ons denken ging in tegen het verlangen van God. We waren vijanden. Ons gedrag WAS slecht.

22 maar nu heeft hij u door de dood van zijn aardse lichaam met zich verzoend om u heilig, zuiver en onberispelijk bij zich te brengen. (Kolossenzen 1:22)

Maar… Als we nu verenigd worden met Jezus… En daarom was Paulus begonnen met de lofzang van Jezus. Want die lofzang is niet alleen om te laten zien wie Jezus is maar ook om te laten zien met wie wij ons verenigen. Want dat is de weg die God voor ons heeft gebaand, de weg door een te worden met Jezus.

Want als we een worden met Jezus dan wordt ons leven gereinigd, dan zijn we vrij gemaakt van de aantijgingen van de duivel. We kunnen nu zeggen dat we nieuw zijn gemaakt door het bloed van Jezus.

Maar Paulus voegt er wel aan toe dat dit alleen het geval is als wij blijven vasthouden aan het geloof. Dat we blijven hopen het evangelie, dat we blijven hopen op de woorden die ons hoop geven. De woorden die Paulus maar al te graag verteld.

23 Maar dan moet u blijven geloven, onwrikbaar gegrondvest zijn in de hoop die het evangelie brengt, het evangelie dat u gehoord hebt en dat aan alle schepselen onder de hemel verkondigd is, en waarvan ik, Paulus, de dienaar ben geworden. (Kolossenzen 1:23)

This entry was posted in 51 Kollosenzen. Bookmark the permalink.