7 Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn. (Openbaring 21:7)
Zoals wij leven lijkt het soms alsof we hier de rest van de eeuwigheid zullen wonen. En toch heb ik het idee dat God heel iets anders van plan was en is. Gods verlangen heeft een andere dimensie die de meesten van ons niet zien. Zoals de wereld nu is en langzaam doorgroeit zo zal het niet altijd blijven, eens houdt het op.
Gods verlangen zal werkelijkheid worden omdat het perfect is. Vele van die verlangens staan al in de profeten beschreven. Maar ook in het laatste boek van de bijbel zien we waar Gods hart naartoe gaat. Hij zal een nieuwe hemel en nieuwe aarde maken, een wereld waar de tranen weggewist zijn en liefde voor eeuwig zal blijven.
3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ (Openbaring 21:3,4)
Als ons hart vast zit aan deze wereld en zijn verlangens dan doet dit vers ons niets. Het geeft geen vreugde en zelfs geen verlangen. Met onze mond zeggen we ja en amen maar ons hart ziet het niet. Maar dit is nu werkelijk Gods hart dat hier wordt uitgesproken. Dat God woont onder de mensen, dat Hij onze God zal zijn en wij Zijn kinderen. Hij zal de tranen uit onze ogen wissen, want al het oude (kijk om je heen) is voorbij en het nieuwe, eeuwige zal er dan zijn.
Dit is Gods verlangen om met ons te wandelen, om onze God te zijn die voor ons zorgt. Dit is Gods verlangen om Zijn heerlijkheid te kunnen openbaren in heiligheid. En als we dan vers 7 lezen, dan zijn deze verzen opeens ook voor ons werkelijkheid.
“Wie overwint komt al deze dingen toe.” Het is nu tijd voor ons om deze wereld te overwinnen. In Jezus is de weg open om het kwaad te overwinnen, en dit is ook de eis die God stelt om dit nieuwe koninkrijk binnen te gaan. De gedachte dat we zeggen dat we christen zijn is niet genoeg, het is een werkelijk overwinnen van het kwaad in ons leven. We hebben geen excuus het werk is voor ons gedaan nu moeten we het ook toelaten.
8 Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood.’ (Openbaring 21:8)
Deze verzen zijn er niet om bang te maken, deze verzen zijn er om veilig te stellen dat het nieuwe heilig zal zijn. God is puur en vol van liefde, en daar zal Hij geen leugen in toelaten. Daarom is het zaak dat wij ons leven nu omkeren en in afhankelijkheid van God gaan leven. Daarom is het van belang dat wij NU overwinnen in de kracht van de Heilige Geest zodat wij nu al het hart van het nieuwe koninkrijk hebben.