8 Niet om uw offers zal Ik u straffen,
want uw brandoffers houd Ik voortdurend voor ogen.
9 Toch hoef Ik uit uw huis geen jonge stier te nemen
of bokken uit uw kooien,
10 want al de wilde dieren in het woud zijn van Mij,
de dieren op duizend bergen. (Psalm 50:8-10)
Hier zit een hele sterke boodschap in voor de kerk van vandaag. Want wij doen ook onze best, wij gaan ook elke week naar de kerkdienst, wij doen ook onze dagelijkse christelijke rituelen. En daarbij komt nog dat we ons ver van de wereld willen houden en kijken dus niet zomaar naar alles wat er op tv komt. Wat zijn we goed bezig. En dat waren de Israëlieten ook.
En toch geeft God hier aan dat Hij niet zo geïnteresseerd is in al die offers. Eigenlijk is alles al van Hem, Hij is de schepper. En dat klopt natuurlijk, wij kunnen eigenlijk helemaal niets opofferen. Het is al van Hem, het is als een kind die het speelgoed dat het heeft gekregen voor de verjaardag teruggeeft aan de ouders. Dat wil je niet als ouders.
God vraagt niet om offers, God vraagt om gehoorzaamheid. Hij verlangt er naar dat we in een relatie met Hem willen wandelen. Naar al die offers van onze kerkgang en gebeden is Hij niet op zoek. Hij is op zoek naar een hart dat met Hem wil wandelen. Want dan is er werkelijk een communicatie, een verhouding die samenwerkt. Het overstijgt de obstakels die er tussen God en ons in ligt.
God ziet onze offers wel, want dat is ook wat Hij de Israëlieten liet weten. Die offers zijn elke dag voor Hem, Hij hoort ze en begrijpt dat er wel een verlangen naar Hem is. Maar Hij wil ook dat we over die offers heen kijken en leren begrijpen wat het hart is van een relatie Hem. We moeten verder kijken dan het gebed voor het eten of de kerkdienst. We moeten opzien naar wat Hij voor ogen heeft in ons leven. Een relatie met Hem, Onze Vader.