1 Een psalm, voor de koorleider, van de zonen van Korach.
2 Alle volken, klap in de handen;
juich voor God met luide vreugdezang.
3 Want de HEERE, de Allerhoogste, is ontzagwekkend,
een groot Koning over de hele aarde. (Psalm 47:1-3)
Stel je voor iemand begint te klappen tijdens het zingen van psalm 47 tijdens de kerkdienst. Mensen zullen boos worden, tijdens de koffie thuis zal er heftig over gesproken worden. Waarom zien we dit als iets dat niet mag? Waarom veroordelen we de charismatische gemeenten voor het bezingen en bejubelen van Gods eer? Zijn we echt zo bang voor onze emoties?
Want dat is wel vaak de reden die we krijgen te horen, het doet ons teveel denken aan wat de wereld doet tijdens een popconcert. Maar waarom is onze angst voor het negatieve groter dan onze ontzag voor Gods heerlijkheid en grootheid? Want dat is wel de conclusie die wij kunnen trekken, onze angst om uit de ban te springen is groter dan dat we bereid zijn om dit alles naast ons neer te leggen en God met klappen en luid vreugdegezang toe te zingen.
Want dat moet onze focus zijn. Denk aan David die daar in zijn pyjama voor de ark uit aan het dansen is. Wie krijgt er straf? Het is zijn vrouw die hem in haar hart verachtte. Niet David die daar zo onheilig loopt te dansen. Wij zijn teveel met onszelf bezig, altijd maar weer de focus op hoe slecht we zijn en wat we allemaal niet mogen doen.
Als we nu eens werkelijk op God gericht zouden zijn dan vergeten we wat er om ons heen gebeurd. Dan maakt het niet uit wat andere mensen denken. En dan kan het inderdaad gebeuren dat we gaan klappen van vreugde met een luid vreugdegezang. Dan is de blijdschap over God en Zijn goedheid groter dan de angst die we hebben voor andere mensen.