7 U hebt geen vreugde gevonden in slachtoffer en graanoffer,
U hebt Mijn oren doorboord;
brandoffer en zondoffer
hebt U niet geëist. (Psalm 40:7)
Natuurlijk brengen wij geen offers meer, maar de vraag die wij onszelf moeten stellen is wat ons wekelijkse bezoek aan dat gebouw dat wij een kerk noemen eigenlijk is? Is het een offer dat wij brengen of gaan we er heen omdat we God willen ontmoeten?
Er is een manier om dat uit te zoeken en die manier is niet om te kijken of je werkelijk 2 keer op een zondag naar de kerk gaat. Want dat bepaalt niet ons niveau van geloof, hoe graag sommigen van ons dat ook zouden willen. Als jij iemand bent die anderen daarop beoordeelt of zelfs veroordeelt is de kans groot dat de kerkgang voor jou een offer is.
Een offer betekent niet dat het teveel van ons vraagt, een offer betekent dat we ergens voor willen betalen. We willen God gunstig gestemd maken en daarom gaan we elke week naar de kerk, in ieder geval 1 keer. En op het moment dat de kerkgang bepaalt of wij gelovig zijn of niet begeven we ons in de gevaren zone van het offeren.
Als jij je schuldig voelt omdat je niet naar de kerk bent geweest gaat er iets fout. Als jij iets mist omdat je niet naar de kerk bent geweest dan is het een ander verhaal. Want dan is het jouw verlangen naar God, jouw liefde naar Hem. En als je dat dagelijks zoekt dan weet je het zeker, het is geen offer, het is een verlangen naar Zijn aanwezigheid.
Als jouw kerkgang 90% van je geloof bepaalt is het een offer. Als naar de kerk gaan de kers op de taart is en jouw hele leven zo ingericht is dat God centraal staat, is het liefde. En dat laatste is waar wij naar moeten verlangen. God verlangt niet naar offers, wij hoeven niet te betalen voor een relatie met Hem. Het is gratis, maar Hij wil ons hele leven, omdat Hij met ons wil wandelen.