11 Misdadige getuigen staan tegen mij op;
zij eisen iets van mij waarvan ik niet weet.
12 Zij vergelden mij kwaad voor goed,
zij willen mij van het leven beroven.
13 Maar ik? Waren zij ziek, dan was een rouwgewaad mijn kleding;
ik kwelde mijzelf door te vasten,
mijn gebed kwam telkens terug in mijn binnenste.
14 Alsof het mijn vriend was, of mijn broeder,
zo liep ik steeds rond;
ik ging gebukt, in het zwart gehuld,
als iemand die om zijn moeder treurt. (Psalm 35:11-14)
Het beeld dat hier wordt geschetst door David geeft eigenlijk de relatie aan tussen God en de wereld. En het zal tot Jezus terugkomt de relatie zijn tussen de wereld en oprechte christenen. Want wij worden niet gevoed met haat, onze motivering is altijd liefde. En dat is nu precies de vrucht van de Heilige Geest in ons. Oprechte liefde voor de mensen om ons heen.
De meeste mensen zijn er van overtuigd dat ze deze liefde hebben. Ze zien zichzelf als gematigd, ze doen niets verkeerd en hebben huisje, boompje en beestje. Als we zouden zeggen dat ze geen liefde hebben zouden ze ons voor gek verklaren. Alsof wij het alleenrecht hebben over liefde. En misschien klinkt het arrogant, maar als christen horen wij de autoriteit te zijn in echte liefde.
Want echte liefde heeft niets met gevoelens te maken, heeft helemaal niets met verliefdheid te maken. Dat zijn wat emoties waar we ons goed bij voelen. Maar Jezus kent een liefde waar Hij Zich helemaal niet goed bij voelde. Hij had pijn, werd vervolgd en toch hield Hij vol. Echte liefde komt van God, we zullen het niet kunnen begrijpen, maar we kunnen het wel doen in de kracht van de Heilige Geest.
De wereld klopt niet, het kwaad heeft de overhand. Het kwaad wordt zelfs niet gezien als het kwaad. Ze mogen doorgaan met het kwaad verspreiden, ze eisen dat we onze overtuiging naast ons neerleggen. En toch zullen wij als christen altijd weer ons helpende hand uitsteken. Dat is liefde. En dat verschil moet er altijd zijn, we moeten altijd volharden in deze liefde.