1 Een psalm van David.
De HEERE is mijn Herder,
mij ontbreekt niets. (Psalm 23:1)
Voordat je aan deze psalm begint moet je eerst alles weg gummen van wat je in het verleden over deze psalm hebt gehoord. Niet omdat deze overdenking nu zo goed is maar omdat we elke keer met een lege lei moeten beginnen. Het probleem met deze psalm is dat het zo bekend is, net als Johannes 3:16, dat het veel van zijn waarde heeft verloren. Terwijl dat deze psalm een geestelijk zwaargewicht is.
David was een herdersjongen, hij werd gezien als de kleinste in het gezin die maar even op de schapen moest letten. Maar hij nam zijn taak wel degelijk series en dat kunnen we begrijpen uit de woorden van David over de beer en de leeuw. Hij had het hart van een herder, die schapen waren onder zijn hoede en hij moest er hoe dan ook voor zorgen.
En datzelfde hart zag hij in God, hij wist dat zijn Heere met dezelfde liefde en trouw voor hem zorgde. Hij voelde het, hij wist het en als koning deed hij het. En daarom heeft hij deze psalm geschreven, zijn Heere is als een herder die om hem geeft, die voor hem zorgt.
En wij moeten dit ook kunnen zeggen, zingen en naar leven. De Heere is mijn herder, in alles mag ik op Hem vertrouwen. Ik weet dat Hij het goede met mij voor heeft, ik weet dat Hij de herder is en ik mag gewoon een lammetje zijn. En dat is zo belangrijk om te begrijpen, het is niet een leuk verhaaltje, het is de realiteit van ons leven.
De Heere is mijn herder, niemand anders, niets anders, zelfs ik niet, de Heere is mijn herder. Ik ben niet alleen in deze wereld, ik heb iemand die over mij waakt, zelfs als ik slaap. De Heere is mijn herder.