29 Want het koningschap is van de HEERE,
Hij heerst over de heidenvolken.
30 Alle groten der aarde
zullen eten en zich neerbuigen.
Allen die in het stof neerdalen
en hun ziel niet in het leven kunnen behouden,
zullen voor Zijn aangezicht neerbukken.
31 Het nageslacht zal Hem dienen,
en aan de Heere toegeschreven worden tot in generaties.
32 Zij zullen komen en Zijn gerechtigheid verkondigen
aan het volk dat geboren zal worden,
want Hij heeft het gedaan. (Psalm 22:29-32)
En wat moeten wij hiermee? Moeten wij God gaan helpen zodat dit ook echt gaat gebeuren, moeten wij kruistochten beginnen om het land terug te winnen voor Jezus? Natuurlijk niet, het enige dat wij hoeven te doen is bidden, Hem loven en prijzen en er op vertrouwen dat het gaat gebeuren. Want wie zal God kunnen tegenstaan, wie zal Zijn macht kunnen overwinnen?
Dat is wat Abraham heeft gedaan en vele na hem, ze hebben er op vertrouwd dat God iets aan het bouwen is waar zij onderdeel van mogen zijn. Lees Hebreeen 11 eens en je zult zien dat er mensen zijn die hebben geloofd tot in de dood zonder dat ze het antwoord hadden gezien. Ze bleven vertrouwen op God en Zijn beloften zelfs als het nergens op leek.
Deze woorden van David zijn woorden van geloof waaraan wij helemaal niets hoeven te doen. Wij hoeven niemand te overtuigen dat dit echt gaat gebeuren, wij hoeven geen geweld te gebruiken, wij mogen weten dat dit de realiteit is waar iedereen aan onderhevig is. Dit is geen utopia, dit is de geestelijke werkelijkheid waarbij het beter is dat wij die geestelijke kant kiezen.
God is God en wij mogen in Zijn koninkrijk wonen. Wij mogen geloven dat er een groep mensen is die God werkelijk willen dienen, mensen die bereid zijn om Zijn heerlijkheid en gerechtigheid te verkondigen. Wij mogen weten dat God niet klaar is maar dat Hij aan het bouwen is, een plek waar we voor eeuwig met Hem mogen wandelen. Wij mogen geloven in de God van hemel en aarde, de presidenten en koningen van deze wereld zijn niet de baas.
Deze psalm is geschreven door een koning die dat wist. Hij wist dat uiteindelijk hij niet degene is die de touwtjes in handen had. En dat moeten wij ook leren, wij mogen in afhankelijkheid leven van de Koning der koningen en de Heer der heren. Hij heeft alles in handen, wat die politieke leiders ook denken en discussiëren, uiteindelijk is het Gods koninkrijk waar we voor leven.