6 Wij zullen juichen over uw heil
en de vaandels opheffen in de Naam van onze God.
Moge de HEERE al uw verlangens vervullen. (Psalm 20:6)
Dit is geloof, misschien zie je het niet, maar de blijdschap die David heeft over het heil van een ander is in werkelijkheid een diep geloof. De voorgaande verzen waren een gebed van David voor de mensen om hem heen, een gebed waarin God Zich zou openbaren in het leven die mensen als de God die antwoord.
Stel je bidt voor iemand tot de Vader, een aantal dagen later zie je dat God heeft geantwoord. Natuurlijk ben je dan blij en dank je God voor wat Hij heeft gedaan. Maar wat nu als je vandaag bidt en je voegt aan het gebed toe dat je zal juichen, de vlag zal uitsteken op het moment dat God het gebed heeft verhoord? Je bent dan zo blij dat God ook in het leven van de ander Zichzelf heeft geopenbaard dat je het niet onder stoelen of banken kan steken.
Dat is het geloof dat David hier heeft. Veel van onze gebeden druipen van het ongeloof. We smeken God of we brengen de noden van iemand alleen maar een beetje onder de aandacht. Maar of God nu werkelijk onze gebeden zal beantwoorden, dat weten we niet. Maar dat is niet de vraag die David heeft, alles waar hij over na kan denken is het moment dat hij zal opspringen van vreugde want God werkt niet alleen in zijn eigen leven maar ook in het leven van andere mensen.
En dat is een oprecht christen, dat is oprechte evangelisatie. We zijn niet op zoek naar meer schaapjes omdat onze kerken leeglopen, we willen andere mensen laten delen van wat God ook in ons leven heeft gedaan. We zoeken Zijn hand in het leven van andere mensen. En als we dat dan zien dan is er vreugde in ons hart over het succes van de ander in de relatie met God.
Geloof verwacht dat God niet alleen in ons eigen leven werkt, maar ook in het leven van andere mensen. Dit vers moet het motto worden van evangelisatie. Mensen die het verlangen naar Gods aanwezigheid vervuld zien worden. En dan kan de vlag uit, niet omdat wij zo goed zijn, maar omdat God goed is.