12 Ook wordt Uw dienaar daardoor gewaarschuwd,
in het houden ervan ligt groot loon.
13 Wie zou al zijn afdwalingen opmerken?
Reinig mij van verborgen afdwalingen. (Psalm 19:12-13)
Hoe verder in deze psalm hoe dieper het verlangen wordt. Want David heeft het niet alleen over de vreugde in de wet van de Heere en ziet niet alleen dat het meer kostbaar is dan veel goud, hij wil er nu alles aan doen dat zijn leven reinig is. Want we kunnen wel zeggen dat de wet zo goed is, maar die woorden zijn pas oprecht als we ook werkelijk verlangen naar de praktijk van die wet.
Vergeet even alle vooroordelen die je hebt over de wet van God. Dat ze zwaar zijn, onnodig, we leven nu in de genadetijd, etc. De wet is goed en iemand die er oprecht naar wil leven heeft het beste leven. Het bracht helaas niet wat het moest brengen, het bracht een last die mensen niet wilde dragen.
Natuurlijk leven we in de genadetijd, maar dat doet niets af aan de wet van God. Het maakt de wet alleen maar mooier, want het laat zien dat er toch echt een weg is naar het verlangen van God. Een weg waar wij naar moeten verlangen, een weg die God openbaart in ons leven. Jezus heeft het zelf gezegd, Hij zal niets afdoen aan de wet, Hij vervult de wet.
En dat vervullen gebeurt niet op een magische manier zodat ondanks de zonden in ons leven God ons rechtvaardig ziet. Het is een werkelijkheid, de genade is een kracht die ons vleugels geeft om boven de zonden uit te vliegen in Zijn kracht.
De weg is veranderd, we leven niet meer naar de letter. Maar het verlangen is hetzelfde. Ook nu is het nog onze taak om te verlangen naar een rein leven, te geloven in de kracht van God die ons de wijsheid zal geven om juist te wandelen. Er is echt loon in een leven naar de wil van God. En dat moeten we geloven en dat begint met het verlangen naar de wet van God, verlangen naar Zijn perfectie.