1 Een psalm van David, voor de koorleider.
2 De hemel vertelt Gods eer,
het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.
3 Dag op dag spreekt overvloedig,
nacht op nacht geeft kennis door. (Psalm 19:1-3)
Je ziet het of je ziet het niet, maar het is wel een keuze die we maken om het te kunnen zien. Denk aan ons handschrift, het legt een stukje van ons karakter bloot of de baan waar we voor kiezen, het zegt iets over onze interesses. Zo kunnen we ook kijken naar het werk van Gods handen, het laat zien Wie Hij is, maar je moet het wel willen zien.
David begint deze psalm met het kijken naar het resultaat van het werk van Gods handen. David erkent dat alles spreekt over de eer van God. Dit is geen vrome praat voor David zoals we soms als christenen deze woorden uitspreken. We zeggen dan wel dat alles over Gods eer praat maar er echt naar kijken doen we niet.
We moeten op het punt komen dat we als christenen werkelijk kijken naar wat God heeft gedaan en wat Hij aan het doen is. En dat vraagt van ons een focus, gericht kijken naar wat de hemel aan het doen is. We leven zo op onszelf, zo in ons eigen wereldje. We zijn ons niet bewust van wat God aan het doen is. Weten we wel in welk seizoen we zitten in de hemelse wereldgeschiedenis?
Als we eerlijk zijn weten we eigenlijk niet waar God vandaag de dag nog mee bezig is. Niet omdat God stil zit op Zijn troon, maar omdat we simpelweg niet de interesse hebben om te kijken. Want wat David hier beschrijft is toch echt de werkelijkheid. Alles ademt wat God aan het doen is, dag op dag spreekt overvloedig, nacht op nacht geeft de kennis door.
Laten we christenen zijn die zich op de hemel richten, zien wat de hemel met de aarde verbindt. Laten we op Gods handen gericht zijn en verlangen naar wat Hij aan het doen is. Want alleen dan kunnen we oprecht deze psalm zingen. Dan kunnen we vol verlangen zijn naar wat Hij aan het doen is. Dit zijn geen loze vrome woorden van David, hij kijkt en hij ziet, zie jij?