42 Zij riepen, maar er was geen verlosser;
tot de HEERE, maar Hij antwoordde hun niet. (Psalm 18:42)
Hier zouden we nooit terecht moeten komen, roepen om hulp en weten dat er geen verlosser is om ons te helpen. Zelfs als men zich tot de Heere richt dat er dan geen antwoord komt. Het is werkelijk een plek waar men wanhopig is, geen uitzicht meer ziet. Niet omdat we het even niet meer zien zitten, niet omdat onze problemen groter lijken dan dat ze werkelijk zijn, maar omdat God niet antwoordt.
Als we hier over nadenken dan is dit hoe de hel zal zijn. Daar kan men werkelijk geen enkele kant meer op, geen toekomst, geen hoop, God die geen hand uitsteekt. Denk aan de rijke man en de arme Lazarus. Er is geen weg terug, er is dan geen genade meer uit Gods hand. Het is geen populaire boodschap, maar het is wel de boodschap die Jezus predikte.
Nu hebben we de verlosser, nu is het onze tijd om ons op God te richten en van Hem de verlossing te verlangen. De keuzes die wij in dit leven maken bepalen onze eeuwige toekomst. En daar kunnen we niet lacherig over doen. De mensen in de psalm van David waren te ver gegaan, God stak geen hand meer uit. God had duidelijk een keuze gemaakt voor David, Zijn gezalfde. De mensen hadden zich daarom actief en lijnrecht tegenover God gezet.
Laten we hier bewust mee omgaan, is er vrees voor God in ons leven? Vele van ons zijn die vrees compleet kwijtgeraakt. We hebben het idee dat de angst voor de hel een gebrek aan geloof is. Maar we waarschuwen onze kinderen toch ook om niet met vreemde mensen mee te gaan, we geven hen een gezonde vorm van vrees zodat ze er ver weg van blijven. En die vrees moeten wij ook hebben voor de hel.
Ons leven moet niet in vijandschap zijn met God en daar moeten wij naar leven. Het leven naar het vlees is in vijandschap met God, dat moeten we niet vergeten. En dat is de waarschuwing die we moeten vrezen. Niet om angstig te worden, maar om alert te blijven. Alert dat we in de genade van God blijven wandelen.