4 Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers,
de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt,
5 wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
en de mensenzoon, dat U naar hem omziet? (Psalm 8:4-5)
Er zijn mensen die als hobby mieren houden. Ze richten een plek in waar de mieren vrij hun gang gaan, ze zorgen voor eten en willen de omstandigheden optimaal maken voor de mieren. Andere mensen begrijpen hier helemaal niets van, waarom zou iemand nu mieren gaan houden als hobby? Het is ongedierte dat we liever kwijt zijn dan rijk, ze zijn zo klein en er zijn er genoeg. Ze zien absoluut niet de waarde van zo’n minuscuul dier.
En dat is precies hoe David hier naar ons mensen kijkt. Hij ziet de mensheid als een kolonie mieren en vraagt zich af waarom God aandacht aan ons wil besteden. Wat zijn wij dat God het nodig vindt om aandacht aan ons te besteden? Zijn wij niet gewoon een hoop mieren die als gekken door elkaar wandelen?
Veel mensen zullen dit niet begrijpen, die zien de mens als de top van de voedselketen, het belangrijkste van wat hier op aarde rondwandelt. Het is dus eigenlijk niet meer dan normaal dat God aandacht aan ons besteed. En het is deze houding van ons mensen die deze psalm elke kracht ontneemt. We kunnen niet begrijpen wat David hier bedoeld omdat wij onze positie niet begrijpen.
Kijk naar de sterren, God heeft elk van die sterren een plek gegeven, het is geen ongeluk. Dat wij door een verrekijker het heelal door kunnen kijken betekent niet dat wij ook maar iets van die grootsheid en heerlijkheid ons eigen kunnen maken. De wetenschappers ontdekken zwarte gaten, implosies, bijzonder sterren, maar dat maakt van ons mensen nog steeds niets bijzonders, want het is God die dat alles heeft gemaakt.
En in die immense grootsheid, in dat eeuwige perspectief, zitten wij hier als mieren op een kluitje voor 60 of 100 jaar. Waarom zou de Schepper van dit alles naar ons omkijken, waarom zou Hij ook maar een seconde aandacht aan ons besteden? Dat is de vraag die David hier stelt en dat is de vraag die wij onszelf moeten stellen om te begrijpen hoe groot Gods liefde is.