11 En zie, ogenblikkelijk daarna stonden er drie mannen, die vanuit Caesarea naar mij toe gestuurd waren, voor het huis waarin ik was. 12 En de Geest zei tegen mij dat ik met hen mee moest gaan en niet moest twijfelen. En met mij gingen ook deze zes broeders mee en wij zijn het huis van de man binnengegaan. 13 En hij berichtte ons hoe hij een engel gezien had, die in zijn huis stond en tegen hem zei: Stuur mannen naar Joppe en ontbied Simon die ook Petrus genoemd wordt. 14 Die zal woorden tot u spreken waardoor u zalig zult worden en heel uw huis. (Handelingen 11:11-14)
Petrus gaat door met Zijn verhaal. Net nadat hij het visioen had gekregen staan er drie mannen voor de deur, juist op dat moment zegt de Geest tegen Petrus dat hij niet moet twijfelen maar gewoon moet meegaan. Petrus wil aangeven dat het de Geest van God is die hem tot deze daad heeft gebracht, als het God niet was geweest dan had hij nooit mee gegaan met deze mensen.
Hoe kunnen we er nu zeker van zijn dat wat we horen van de Geest is? Want Petrus zegt het nu wel zo makkelijk maar heeft hij die woorden niet gewoon ingebeeld? Dit is een vraag waar veel christenen niet uit kunnen komen. De twijfel slaat toe, vooral als het onderwerp controversieel wordt. En door te zeggen dat het de Geest was die sprak, zeggen we eigenlijk dat het rechtstreeks van God komt. En de enige manier om daar zonder gezichtsverlies tegen in te gaan is door te zeggen dat het niet Gods Geest was.
Maar waarom accepteren de hoorders van Petrus het dan wel? Want als we het over een controversieel onderwerp hebben dan is dit het wel. Het gaat hier niet over een verandering in liturgie of liedboek, dit is een radicale verandering voor het lichaam van Christus. Heidenen mogen vanaf nu zonder voorbehoud onderdeel van het lichaam van Christus zijn.
De gemeente in Jeruzalem was gesticht door de Heilige Geest, voor hen is de Heilige Geest helemaal niet zo’n afstandelijk verhaal. Hun leven was doordrongen van de werken van de Heilige Geest, het geloof in de werken van de Heilige Geest is daarom ook heel sterk. En daar ligt de sleutel, geloof.
Zij hoeven niet te twijfelen, zij mogen weten dat de Geest van God spreekt tot Petrus en tot henzelf. Uit eigen ervaring zien ze geen reden om te twijfelen, het komt niet eens in hen naar boven. En het is dit geloof dat er voor zal zorgen dat we de stem van God zullen horen. Twijfel niet, ook vandaag wil God tot ons spreken, maar in geloof moeten we wel leren luisteren.