Psalm 27 is een psalm van verlangen en geloof. Het verlangen is naar de Heer in alles in het leven en naar de aanwezigheid van de Heer in ons leven. Het geloof is het geloof dat dit verlangen werkelijkheid is voor de Heere, en dat wij niet beschaamd zullen worden in ons vertrouwen op de Heer.
Voorheen had ik het idee dat we dit verlangen niet konden hebben. We waren er te slecht voor, er is immers niemand goed genoeg en er is niemand die God zoekt. En dat klopt ook tot op het moment dat we vervuld worden met de Heilige Geest. Want dan hebben we een kracht in ons die komt uit het hart van God. En die kracht laat God zien waardoor er een verlangen in ons ontstaat om te leven met HEM.
De psalmist begint de psalm met te laten weten dat hij nergens bang voor is. Mensen hebben hem kwaad gedaan, maar hij heeft niets te vrezen want God is zijn licht, God is zijn kracht en niemand kan God stoppen. Dit is geloof, dit is vertrouwen op de liefde van God voor ons, waarom zouden we dan ook maar iets vrezen hier op aarde?
En omdat David zich zo veilig weet, wordt hij niet afgeleid van zijn werkelijke verlangen. David heeft de rust en bescherming van God ervaren in zijn leven en hij weet dat hij niets hoeft te vrezen. Daarom is zijn enkel verlangen te leven met de Heer. Omdat daar de ultieme plek is voor zijn leven.
Vele christenen weten dat niet, ze zijn angstig en teveel bezig met alle dingen die verkeerd kunnen gaan. Ze hebben God niet zo ervaren zoals David de Heer heeft ervaren. David heeft de Heer zo diep ervaren dat hij alleen nog maar meer van God wil, hij wil altijd in Zijn aanwezigheid zijn. Want in Zijn aanwezigheid is geen angst.
En daarom roept David het uit in de laatste verzen van deze psalm: “Verwacht alles van de Heere, wacht op Hem, verwacht het van Hem alleen.” En dit kunnen we alleen meezingen als het in ons leeft als ons verlangen zo groot is dat we geen angst meer hebben maar ALLES van God verwachten. En dan bedoel ik ook ALLES in ons leven. En een test is, is je verlangen zo diep dat je alleen nog maar met God wil wandelen?