28 En Petrus zei: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd. 29 Hij nu zei tegen hen: Voorwaar, Ik zeg u dat er niemand is die huis of ouders of broers of vrouw of kinderen verlaten heeft om het Koninkrijk van God, 30 die niet het veelvoudige zal terugontvangen in deze tijd, en in de wereld die komt, het eeuwige leven. (Lukas 18:28-30)
Zijn we hier werkelijk van overtuigd, willen we deze verzen graag terug zien in onze dogma’s? Want dit zijn geen populaire verzen, hier moeten we niet mee aankomen tijdens een jeugddienst.
Om eerlijk te zijn is de christelijke cultuur van vandaag dat we zoveel mogelijk van de wereld kunnen genieten zonder dat we het eeuwige leven verliezen. En we gaan daarin erg ver, we zoeken naar kopieën van de wereld waar we dan de zichtbare zonden uithalen. Films waarin de scheldwoorden uit worden geknipt, christelijke cafés zodat er tenminste een plek is waar de jongeren het idee hebben dat ze ook uitgaan en ga zo maar door.
Maar Jezus draait het hier om, want wat wij hier achter ons laten om het Koninkrijk van God te zoeken, zullen wij in veelvoud terugontvangen in deze tijd en in de wereld die komt, het eeuwige leven. Op het moment dat we bewust dingen loslaten om zo meer van het Koninkrijk van God te kunnen beërven, zal God er voor zorgen dat we dat in dit leven in veelvoud terugkrijgen.
Dit vraagt om geloof. In plaats van zoveel energie te steken in het vasthouden van de dingen die we bereiken en de dingen die we hebben verdiend, moeten we onze energie steken in het Koninkrijk van God. En als we dat doen dan is het God die er voor zorgt dat de dingen die we los hebben gelaten, aan ons leven zullen worden toegevoegd.
Dit laat zien of we werkelijk geloof hebben, hier kunnen we zien of ons leven werkelijk op God is gebouwd. Want degene die echt gelooft zal ook werkelijk het Koninkrijk van God zoeken en er alles voor opzij zetten. Maar degene die dit geloof niet heeft, zal twijfelen en vast willen houden aan dit leven en aan alles wat we zelf kunnen bereiken. Stel jezelf de vraag: ‘Zit ik vast aan dit leven, of ben ik bereid alles los te laten voor het Koninkrijk van God?’