5 En de apostelen zeiden tegen de Heere: Vermeerder ons het geloof. 6 En de Heere zei: Als u een geloof had als een mosterdzaadje, zou u tegen deze moerbeiboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzamen. (Lukas 17:5-6)
Nadat Jezus heeft gewaarschuwd voor struikelblokken, vragen de discipelen om geloof. Dit moeten we niet los van elkaar zien. De discipelen zien namelijk in dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is om sterk te blijven in geloof.
Geloof jij? Deze vraag zullen we als christenen positief beantwoorden, ongeacht of we actief de kerkdiensten bezoeken of niet, ongeacht of hoe ons leven er uit ziet. In onze cultuur is geloof een statisch ding geworden, we hebben het of we hebben het niet. Als we maar denken dat Jezus daar aan het kruis heeft gehangen dan hebben we blijkbaar geloof.
De discipelen realiseren zich dat geloof helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Ze zien daar een rijke man die toch echt niet bij Abraham terecht kwam, ondanks dat hij een nakomeling was. Ook zien ze hoe Jezus de lat hoog legt en van ons verlangt dat we blijven vergeven ook al zijn mensen nog zo koppig in hun irritatie naar ons toe. Geloof is niet statisch, geloof is levendig, actief, en moet zichzelf elk moment weer bewijzen.
Daarom is het echt niet zo raar van de discipelen om Jezus te vragen om meer geloof. Ze vragen dan niet om meer kennis ze vragen om een standvastigheid in het leven waarin ze blijven vertrouwen op God. Een standvastigheid die er voor zorgt dat ze niet zullen vallen op het moment dat het geloof getest wordt.
Hebben wij ooit aan Jezus gevraagd om meer geloof? Zien wij ook in dat het niet vanzelfsprekend is dat we werkelijk aan de goede kant komen te staan in het eeuwige leven? Laten wij ook bidden om meer geloof, laten wij ook verlangen om sterk te staan voor de momenten dat we struikelblokken tegen komen. Het is geen overbodige vraag, het is een vraag die inziet dat we het nodig hebben.