8 Toen Simon Petrus dat zag, viel hij neer voor de knieën van Jezus en zei: Heere, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens. (Lukas 5:6-8)
Waarom reageert Petrus op deze manier? Waarom laat hij Jezus weten dat hij een zondig mens is? Heeft hij iets verkeerds gedaan?
Soms zijn er christenen die het met een soort van trots zeggen: ik ben een zondig mens. Alsof het besef van ons zondig bestaan betekend dat men meer geloof heeft of meer geestelijk is. Het besef van zondig zijn is dan de laatste stap naar een dieper geestelijk leven. Maar als we goed kijken naar wat hier gebeurd met Petrus dan zien we eigenlijk dat het helemaal niet zo’n mooie positie is om in te wandelen.
Petrus had getwijfeld aan Jezus, hij geloofde niet dat het nut had om te gaan vissen. Op het moment dat Petrus ziet dat hij het aan het verkeerde eind had valt hij op zijn knieën. Wie was hij om dat te concluderen, wie was hij om ook maar te twijfelen aan de woorden van Jezus? Hij had moeten vertrouwen en zonder tegenspartelen Jezus moeten volgen. Wat een zondig mens ben ik.
Dit was geen uitroep van erkenning dat hij een redder nodig had om zijn zonden te vergeven, dit was een uitroep waarin hij realiseerde dat hij net een hele grote fout is begaan. En wat is er nu het verschil tussen wat Petrus zich realiseert en het algehele besef van zonden? Petrus besefte dat wat hij net deed, het niet vertrouwen van Jezus, het stomste is wat hij had kunnen doen, terwijl het algehele zonde besef ons een soort vertrouwen geeft dat wij werkelijk het kruis hebben omarmd.
In plaats van trots zijn op ons besef dat we zondige wezens zijn, moeten we net als Petrus ons gaan beseffen dat zonden het stomste is wat we kunnen doen. Het niet vertrouwen van Jezus was het stomste wat hij op dat moment kon doen, het heeft geen zin, zonde is de werkelijkheid missen.
Het besef van Petrus is het besef van het haten van de zonden. Het besef van Petrus is het leven in vrijheid en verlossing, omdat we niet langer verknocht zijn op onze zondige gewoonten, maar omdat we het haten. En dat is de uitroep van Petrus in dit vers. Ik ben een zondig mens, want ik vertrouwde niet op U, zo stom kan ik zijn.