1 Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. 2 En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. (Romeinen 12:1-2)
Na de uitroep van Paulus aan het einde van hoofdstuk 11, roept Paulus ons op tot actie. Want de enorme overweldigende diepte van God moet ons namelijk tot actie aanzetten. God is ondoorgrondelijk, God is boven alles, in alles en werkt door alles. En daar moeten wij ons handelen op afstemmen.
Met de ontferming van God als basis van onze kennis van God moeten wij alles opgeven en het overgeven aan God. Een levend offer dat niet langer zichzelf als middelpunt neemt, maar God als de bron en kern van het leven heeft. Een offer dat loslaat de dingen van het leven en zichzelf heilig voor God als een welbehaaglijk offer neerlegt. Dat is de redelijke godsdienst.
De kern van deze opoffering is Gods ontferming. De opoffering is niet voor levensbehoud of een beloning in de hemel. De basis van de opoffering is Gods liefde en ontferming. Met andere woorden, Paulus wil zeggen, om ons op te offeren is geen straf maar een verlossing, omdat we zullen leven in de ontferming van God. het wijden van ons lichaam aan God als een levend offer moeten we nergens anders op baseren dan Gods ontferming.
En dat is een redelijke godsdienst. Dat betekent dat het niet onredelijk is. Het opofferen van ons lichaam als een offer voor God, waardoor wij leven naar Gods wil (God welbehaaglijk) is geen zware last, is niet onredelijk. Het is verre van onredelijk, dat wij ons lichaam overgeven in de handen van God en het gebruiken tot eer van God waardoor wij in Zijn ontferming en liefde mogen wandelen.
Gods heerlijkheid is oneindig diep en niet te begrijpen. Paulus vraagt ons om te vertrouwen in die ontferming van God zonder te weten wat het allemaal inhoudt, want begrijpen zullen we het toch niet. We mogen gewoon vertrouwen op die ontferming en daarom alles loslaten. In andere woorden gezegd niet langer bang zijn dat we wat missen in deze wereld, de laatste film, het nieuwste gadget, het heetste nieuws, we zullen het niet missen als we in Gods ontferming wandelen.