1 Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? 2 Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? 3 Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? (Romeinen 6:1-3)
Lees vers 3 meerdere keren. De magie van de zin zal naar voren komen. Als we terugkijken naar onze doop en ons dan realiseren wat de betekenis is van dat moment dan maakt dat ons sterk in ons geloof. We hoeven niet te kijken naar wat wij allemaal voor elkaar hebben gekregen als christen, we mogen kijken naar wat er op dat moment in ons geestelijk leven is gebeurd.
Misschien was het helemaal niet zo bijzonder, misschien was het standaard ritueel, maar nu kunnen we terug kijken en zeggen, ik ben met Jezus gestorven.
De woorden die Paulus gebruikt spreken zo duidelijk voor de verbeelding. Op het moment dat we gedoopt worden, gaan we onder het water. We verdwijnen, we worden ondergedompeld. Niets is meer zichtbaar, overal komt er water en dat water wast ons schoon. Als we opstaan uit het water is alles nat, alles is afgewassen, al het vuil gaat met de rivier mee, weg.
En dat is het beeld dat Paulus ziet en dat wij mogen zien. Als wij gedoopt worden, dan leggen we het oude leven af. Het is weg nutteloos. En dat is het christelijk leven, een nieuw leven, het oude is helemaal weg. Alles is afgewassen.
Toen Jezus daar hing aan het kruis, liet Hij alles achter, gaf Hij alles op. Hij stierf de dood voor het zondige leven. En wij zijn met Hem aan dat kruis gegaan en zijn ook gestorven aan dat oude leven. Wat een heerlijke boodschap waar wij op mogen vertrouwen. Wij mogen alles achter ons laten en weten dat het niets betekend in ons leven.
De doop is geen ritueel, het is een geloofsbelijdenis waarin wij erkennen dat we het oude leven willen afzweren en het nieuwe leven willen toelaten in de opstanding van Jezus. Wat een boodschap, wat een heerlijke boodschap om God voor te prijzen en te danken. Hij is alle lof waardig voor ons nieuwe leven.