21 Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods. (Efeze 5:21)
Ook weer niet echt een karaktereigenschap van de duivel. Onderdanig zijn aan elkaar. Het ‘elkaar dienen’ komt vaak al met een lijst van voorwaarden waarin we onszelf willen beschermen tegen een leven waarin er geen ruimte meer is voor onszelf. Want uiteindelijk willen we toch wel wat uit dit leven halen.
Het begint allemaal bij het leren om God te dienen. Want ook dat zijn we vergeten hoe dat werkelijk moet. We moeten leren begrijpen dat wij schepselen zijn van de Schepper van hemel en aarde. We hebben een plaats op deze aarde van Hem gekregen om te gehoorzamen naar Zijn stem. Hij bepaald de lijnen van ons leven, niet omdat Hij zo graag een dictatoriale God wil zijn, maar omdat Hij het genie is achter alles hier op aarde.
En het is niet meer dan normaal om als Zijn schepping te wandelen in dienstbaarheid tot Hem. Daar is niets mis mee en dat moeten wij onszelf ook vertellen. Er is niets mis met een leven dat er op gericht is God te dienen. We missen niks als we vergeten ons leven te vullen met entertainment en andere zelf bevredigende activiteiten. Hoe sterk het gevoel ook aan ons leven hangt om overal van op de hoogte te zijn en bij elk plezier betrokken te zijn, uiteindelijk missen we er niets mee.
En als we dit geleerd hebben om te leven tot eer van God in plaats van tot eer van onszelf, leren we ook te begrijpen dat daar uit voortvloeit om de mensen om ons heen te dienen. We hebben namelijk geleerd dat als schepsel van God het leven niet draait om zoveel mogelijk uit dit leven te halen, maar om zoveel mogelijk in dit leven te stoppen. Want dat is hoe God ons geschapen heeft en zo is Hij zelf ook.
Daarom als we tot eer van God willen leven dan leven we een leven van dienstbaarheid. Een leven waarin de ander tot Zijn recht komt in Gods koninkrijk. En het mooie is dat als iedereen dat doet, we allemaal tot ons recht zullen komen. En God is de eerste die het heeft gedaan en nog steeds doet in Zijn Zoon Jezus Christus. God dient ons met heel Zijn hart en ons antwoord moet zijn dat wij Hem en onze naaste zullen dienen.