15 Ik noem u niet meer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb. 16 Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft. 17 Dit gebied Ik u: dat u elkaar liefhebt. (Johannes 15:15-17)
Het verschil tussen het volk van Israël en Mozes was dat Mozes wist wat God ging doen maar het volk alleen getuigen was van Gods daden. (zie psalm 103) Zo is er ook een verschil onder de christenen.
Jezus laat zijn discipelen weten dat ze geen slaafse volgelingen zijn, maar ze zijn vrienden. Dat betekend dat ze onderdeel zijn geworden van het plan, ze zijn betrokken bij het verlangen, de voorbereiding, het doel en de uitvoering. Jezus wil niet alleen staan in Zijn werk, maar Hij wil ons erbij betrekken. En dat deed Hij bij de discipelen, zij zijn onderdeel van het plan van God zoals Mozes onderdeel was van het plan van God.
Slaafse christenen doen in zo verre wat God van hen vraagt zonder dat ze begrijpen waarom God het van hen vraagt. Ze doen de klusjes die hun meester hen opdraagt, maar daarnaast hebben ze hun eigen leven, met hun eigen doel. Ze zijn geen onderdeel geworden van het plan van God.
Maar Jezus heeft de discipelen dichtbij laten komen. Hij heeft hen volledig ingelaten in Zijn verlangen. Zij moeten hetzelfde ontwikkelen in hun leven, verlangend om de wil van de Vader te doen. Zij moeten ook een verlangen hebben om God te dienen met heel hun leven.
Alleen deze christenen zien het verlangen van God, zij zien het doel waarvoor Jezus is gestorven. Zij willen dezelfde liefde in hun leven laten werken. Zij willen de liefde van Jezus uitdragen, omdat ze niet langer meer slaven zijn, maar vrienden van Jezus.