21 Toen Jezus deze dingen gezegd had, raakte Zijn geest in beroering, en Hij getuigde en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u dat een van u Mij zal verraden. 22 De discipelen dan keken elkaar aan, in twijfel over wie Hij dat zei. 23 En een van Zijn discipelen, die Jezus liefhad, lag aan in de schoot van Jezus. 24 Simon Petrus dan wenkte deze, dat hij vragen zou wie het toch zou kunnen zijn, over wie Hij sprak. 25 En deze ging tegen Jezus’ borst liggen en zei tegen Hem: Heere, wie is het? 26 Jezus antwoordde: Die is het aan wie Ik het stuk brood zal geven, nadat Ik het ingedoopt heb. En toen Hij het stuk brood ingedoopt had, gaf Hij het aan Judas Iskariot, de zoon van Simon. 27 En met het nemen van het stuk brood voer de satan in hem. Jezus dan zei tegen hem: Wat u wilt doen, doe het snel. (Johannes 13:21-27)
Jezus heeft het nu al verschillende keren over een verrader gehad. Ik kan me voorstellen dat de discipelen zenuwachtig beginnen te worden. Blijkbaar zijn ze niet zo zeker van hun zaak. Petrus wil er zeker van zijn dat hij het niet is en vraagt Johannes om Jezus te vragen wie het is.
Jezus geeft antwoord, Judas krijgt het brood aangereikt als teken van erkenning. ‘Hij is het die mij zal verraden, ga heen en doe wat je wil doen.’ Het is duidelijk dat Judas het al in zijn hart had om het te doen. Jezus heeft hem er niet toe aangezet, maar Jezus wil duidelijk maken dat Hij het weet.
Voor de discipelen van Jezus is het heel belangrijk dat ze hier van getuigen zijn. Ze moeten begrijpen de weg die Jezus nu gaat. Misschien begrijpen ze het nu niet maar als Jezus opgestaan is uit de dood, zullen ze het wel begrijpen. Ze moeten hiervan getuigen zijn zodat hun geloof sterker zal worden.
Het is belangrijk om te weten dat God heerser is over de hele aarde. Hij heeft het goede en het kwade in Zijn hand. Het kwade kan niet verder gaan dan Hij toelaat. Het kwade wordt gebruikt voor het goede in God.
Jezus was bewogen, de pijn van een discipel die Hem zal verraden. Judas die niet wilde geloven, maar zich overgaf aan het geld van deze wereld. Judas kiest er voor om het kwaad te laten regeren in zijn leven.
Dit mogen we begrijpen, ons leven is in Zijn hand. Hij gaat met ons een weg, maar als wij een andere weg gaan, dan zijn wij daar vrij in. Hij is bewogen om ons leven, ben ik het Jezus? Ben ik het die U verraad? Durf je dat te bidden in jouw leven?