14 En toen Jezus een jonge ezel gevonden had, ging Hij daarop zitten, zoals geschreven is: 15 Wees niet bevreesd, dochter van Sion, zie, uw Koning komt, zittend op het veulen van een ezelin. 16 Dit nu begrepen Zijn discipelen eerst niet, maar toen Jezus verheerlijkt was, herinnerden zij zich dat dit over Hem geschreven was en dat zij dit met Hem gedaan hadden. (Johannes 12:14-16)
‘Ik wist het wel’, is een veelgebruikte uitspraak. Een uitspraak die de discipelen hadden kunnen doen, maar vanwege hun ongelovig hart niet konden doen. Het is zo duidelijk voor diegene die goed luisteren naar Jezus, Jezus doet alles bewust. Jezus leeft niet alsof Hij is overgelaten aan het lot.
Het beeld van een borduurwerk dat aan de ene kant er lelijk uitziet maar aan de andere kant een mooi beeld geeft, is het beeld dat we hier kunnen gebruiken. Soms kijken we naar de achterkant van het werk dat God doet in ons leven. Het lijkt een rommeltje en we kunnen er geen touw aan vast knopen.
En hoe realistischer we kijken naar het werk van God, hoe meer rommelig het er uit ziet. De werken van God staan haaks op de werken van deze wereld. En onze verantwoordelijkheid is hoe wij aankijken tegen deze achterkant.
De discipelen konden het maar niet begrijpen en zagen hun wereld uit elkaar vallen. Ze hadden niet het geloof dat God altijd bezig was met hun leven en dat van Jezus. God geeft nooit op, Hij maakt af wat Hij begonnen is. En als we dat geloof hebben dan zullen we net als Jezus ons een beeld kunnen vormen van de achterkant van het borduurwerk van het werk van God.
Dan wordt dat wat er rommelig uitziet, opeens een heel mooi verhaal waar we ons vertrouwen in kunnen leggen. Wij christenen zijn niet afhankelijk van het lot van deze wereld. Wij zijn geen losgeslagen schepen die heen en weer dobberen, wij leven in de hand van God. Hij laat ons niet gaan en maakt Zijn werk af in ons leven. ‘Ik wist het wel.’