7 Jezus dan zei: Laat haar begaan; zij heeft dit bewaard met het oog op de dag van Mijn begrafenis. 8 Want de armen hebt u altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd. (Johannes 12:7,8)
Wat dit vers voor mij openbaart is een hele gevaarlijke leugen.
In Nederland is het actueel, bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking. Als sociaal Nederland vinden we dat we andere mensen moeten helpen, vooral omdat het vaak in contrast staat met onze welvaart en luxe. Er zijn daarom allemaal organisaties die andere mensen gevraagd of ongevraagd proberen te helpen en wij geven er geld aan.
Als christenen moeten we daar ook wel aan meedoen. Wij moeten onze identiteit wel kunnen laten zien, maar in deze cultuur van goede daden vallen we niet meer op. Deze cultuur gaat nu om het goede van de mens naar boven te halen en daar hoort medelijden bij.
En natuurlijk hoort het bij een christen om mensen te helpen, om liefde te geven, maar dat is niet wat ons christen maakt. Goede daden is niet de basis van ons kerk-zijn. Wij moet onze gemeente niet bouwen op leuke projecten waarmee we mensen kunnen helpen. De gemeente moet gebouwd worden op verlangens zoals die van Maria.
De leugen is dat het draait om liefdadigheid, dat we ons leven zoveel mogelijk profileren als een goed leven. Maar onze goede daden zijn alleen maar een gevolg van waar het werkelijk om moet gaan in ons leven. Onze passie voor Jezus.
We kunnen altijd goede daden doen, maar daar gaat het niet om voor Jezus. Het gaat om de liefde die wij nu kunnen tonen aan Jezus. Wij moeten zoeken naar de momenten waar we helemaal voor Jezus gaan. Verlangend naar Zijn hart in ons leven.