13 Zij brachten hem die eerder blind was, naar de Farizeeën. 14 En het was sabbat toen Jezus het slijk maakte en zijn ogen opende. 15 Opnieuw vroegen nu ook de Farizeeën hem hoe hij ziende geworden was. En hij zei tegen hen: Hij legde slijk op mijn ogen, ik waste mij, en ik zie. 16 Sommigen dan van de Farizeeën zeiden: Deze Mens is niet van God, want Hij neemt de sabbat niet in acht. Anderen zeiden: Hoe kan een zondig mens zulke tekenen doen? En er was verdeeldheid onder hen. (Johannes 9:13-16)
Johannes besteed veel aandacht aan de blindheid van de geestelijke leiders. Hij wil het contrast tussen Jezus en deze geestelijke leiders goed laten zien. En elk voorval dat Johannes beschrijft is daarom doorweven met het commentaar van de geestelijke leiders.
En ook bij dit verhaal kunnen ze het niet laten om zich er mee te bemoeien. Jezus geneest een man van zijn blindheid, maar deed dat op de Sabbat. En de manier waarop Jezus dat deed was door het maken van een beetje modder. En dat kan al helemaal niet op de Sabbat.
De redenering van de geestelijke leiders is dat Jezus niet de Sabbat in acht neemt en dus niet van God kan komen. En dat is blindheid. Soms zijn we zo geobsedeerd door de regels dat we God niet meer zien. Het geloof is een lijst van regels geworden waar wij ons aan moeten houden, maar het hart van God zien we niet meer.
Er ontstaat dan ook verdeeldheid onder de mensen, want er zijn mensen die wel kijken naar het hart van God. Hoe kan Jezus nu niet van God zijn als Hij deze wonderen doet. Dit moet een werk van God zijn.
God is zo goed en vol van liefde, Hij verlangt er naar om Zichzelf te openbaren aan ons en in ons. En als wij zoeken naar die liefde dan zullen wij die vinden. Maar als wij zoeken naar hoe wij God religieus kunnen dienen, dan vinden wij Hem niet. God geeft geen regels om ons leven moeilijk te maken, God laat Zichzelf zien om ons leven te veranderen. Hij wil het beste voor ons zodat wij in Zijn vrede kunnen leven.